Niet iedere paardeneigenaar weet dat zijn of haar paard gechipt moet zijn om op pad te mogen. Alle paardachtigen (paard, pony, ezel, zebra, etc.) in Nederland moeten zonder al te veel moeite geïdentificeerd kunnen worden bij een controle tijdens het vervoeren, op keuringen, wedstrijden en bij aan- of verkoop. De chip zorgt voor een effectieve controle, welke als het goed is éénmalig geplaatst wordt en dan levenslang actief is. Maar welke andere regels zijn er nog meer met betrekking tot het chippen en registreren van onze geliefde viervoeter? En hoe zit het bijvoorbeeld met het chippen van veulens?
Paard zonder chip?
Stel je hebt een nieuw paard op het oog, maar deze blijkt bij controle door de dierenarts nog niet gechipt. Wat nu?
Doordat het paard niet gechipt is, mag het officieel niet vervoerd worden. Er zal bij een paspoortuitgevende instantie (stamboek of KNHS) een aanvraag gedaan moeten worden voor een paspoort of voor de registratie van een chip in een bestaand paspoort. Een I&R (Identificatie en Registratie) bevoegde dierenarts chipt je paard en vult hiervoor een registratieformulier in en stuurt deze op naar de desbetreffende instantie.
Deze dierenarts controleert in eerste instantie of het paard al een chip in de hals heeft zitten. Bij het ontbreken van een chip zal er eerst gezocht worden naar klinische tekenen van een verwijdering van een chip uit de hals van het paard. Zijn er geen tekenen van verwijdering of van eerdere plaatsing van een transponder, dan zal de dierenarts het paard onderzoeken op andere identificatie-indicatoren zoals een brandmerk. Bij zowel een verwijdering van de transponder als bij het hebben van een brandmerk, wordt op het I&R formulier aangegeven dat er een vervangend paardenpaspoort uitgegeven moet worden. Tevens wordt er een nieuwe transponder in het paard geplaatst.
Wel een paspoort maar geen chip
Blijkt het paard bij aankoop wél een paspoort te hebben maar geen chip, dan moet alsnog een chip worden geplaatst en zal het paspoort naar de bijbehorende instantie opgestuurd moeten worden, in combinatie met het juist ingevulde I&R aanvraagformulier. De instantie zal dan bekijken of het paard reeds bij hen ingeschreven staat en het paspoort aanpassen of, indien nodig, vervangen.
Hoe gaat het chippen van paarden in zijn werk?
Voor het plaatsen van de transponder zal de dierenarts controleren of de gegevens van de microchip gelijk zijn aan de gegevens op de stickers die bij de transponder geleverd zijn. Kloppen deze gegevens, dan zal de dierenarts de plaats voor het implanteren bepalen. Het plaatsen van de transponder gebeurt halverwege de hals, aan de linkerkant, een handbreedte onder de manenkam.
Wanneer de plaats voor de chip is bepaald, wordt de vacht op de gekozen plaats weggeschoren. Voordat de transponder in de spier wordt geïmplanteerd wordt de huid op deze plek gereinigd en gedesinfecteerd. Na implantatie wordt de transponder nogmaals gecontroleerd op werking en of de gegevens overeenkomen met de ingevulde papieren.
Het kan zijn dat implantatie op de gekozen plek niet mogelijk is door bijvoorbeeld een wond of vetbult. De dierenarts zal in dat geval licht afwijken van die gewenste plaats. Deze afwijking zal op het aanvraagformulier vermeld worden.
Belangrijk bij het chippen
Na het plaatsen van de chip moet:
- Het I&R-aanvraagformulier, dat door zowel de eigenaar als de dierenarts is ondertekend, uiterlijk binnen 7 dagen worden opgestuurd naar de paspoortuitgevende instantie.
- Komt de aanvraag niet binnen deze 7 dagen bij de betreffende instantie terecht, dan zal het formulier niet in behandeling worden genomen en moet de eigenaar van het paard een nieuwe aanvraag doen.
- De instantie zal uiterlijk 4 weken na het ontvangen van het aanvraagformulier het aangevraagde of vernieuwde paspoort opsturen, of melden dat de aanvraag geweigerd is en waarom.
Wanneer een paard in Nederland is geboren en wél een paspoort heeft maar géén chip, is het verboden om dit dier voor de slacht aan te bieden. Doorgaans vergelijkt men het chipnummer met het nummer in het paardenpaspoort, waardoor men zich ervan kan verzekeren dat het paspoort bij het betreffende paard hoort. Zonder chip is het onmogelijk om dit aan te tonen en zal de medische achtergrond van het betreffende paard niet vast staan, waardoor het dier niet in de voedselketen terecht mag komen.
Zwevende chip
Er zijn gevallen gemeld waarbij de transponder op een andere plaats in de hals werd waargenomen dan in eerste instantie gebruikelijk is voor implantatie. Dit wordt ook wel een ‘zwevende chip’ genoemd. Dit zweven in de hals van het paard is tegenwoordig in feite uitgesloten. Het kunststof omhulsel dat in het spierweefsel wordt gezet, wordt net zo gehecht in het spierweefsel als het spierweefsel aan het skelet. Het wondje, veroorzaakt door plaatsing, sluit zich binnen 24 uur. Het weefsel hecht zich aan de transponder welke daarna geheel vast zit.
Veulens en chippen
Bij veulens gelden iets andere regels. Voor veulens moet de eigenaar tussen 6 weken en 6 maanden na de geboorte een paspoort aanvragen. Binnen deze 6 maanden mag het veulen ongechipt met zijn of haar moeder meereizen naar bijvoorbeeld keuringen of nieuwe huisvestingen binnen de grenzen van Nederland. Ook bij veulens geldt dat na het plaatsen van de transponder het aanvraagformulier binnen 7 dagen opgestuurd moet worden naar de paspoortuitgevende instantie.
Alternatieven voor het chippen
Voor 1 juli 2009 werd er door het Productschap Vee, Vlees en Eieren een alternatief voor het chippen aangeboden. Eigenaren konden een ontheffing aanvragen waarmee het paard ongechipt door Nederland kon reizen. De enige manier om in dat geval de identiteit van het paard te koppelen aan het paspoort was door middel van een DNA-test, wat bij elke controle veel tijd en geld kostte. Vanaf juli 2009 worden deze ontheffingen niet meer uitgegeven en zijn alle paarden verplicht om gechipt te worden. Voor alle paarden die reeds een ontheffing kregen, blijven deze behouden.
De chip, die als het goed is maar éénmalig geplaatst hoeft te worden, zorgt voor een effectieve controle. Zo kan het paard op elk moment snel gecontroleerd worden.
Paardenpaspoort
In Nederland is het verplicht om paarden te chippen, zodat ze snel en gemakkelijk geïdentificeerd kunnen worden, bij zowel aan- en verkoop als tijdens het houden en vervoeren. Dat wil zeggen, alle paarden moeten in combinatie met het bijbehorende paspoort worden gehouden of vervoerd. Staat het paard nu thuis, op een pensionstal of op een manege; het paspoort moet te allen tijde bij het paard aanwezig zijn. Er zijn wel een paar uitzonderingen:
- Als een paard in de wei of op stal staat en de houder het paspoort op verzoek meteen kan laten zien.
- Als het paard tijdelijk lopend wordt verplaatst naar een plek vlak bij het bedrijf en het paspoort binnen drie uur getoond kan worden.
- Bij het verweiden van het paard waarbij het paspoort op het bedrijf van vertrek getoond kan worden.
- Als het gaat om een veulen dat nog niet gespeend is en vergezeld gaat van de moeder of de zoogmerrie.
- Als het paard deelneemt aan een training of test voor een wedstrijd of evenement en daarvoor het wedstrijd- of evenemententerrein moet verlaten.
- Als er sprake is van een noodsituatie met betrekking tot het paard zelf of het bedrijf waar het gehouden wordt.
De eigendomspapieren mogen thuis bewaard worden. Maak dus goede afspraken met het pension of de manege- eigenaar over het bewaren van het paspoort.
Lees hier alles over het paardenpaspoort:
Paardenpaspoort kwijt, wat nu?
Bij verlies van een paspoort kan een duplicaat opgevraagd worden bij de paspoortuitgevende instantie. Hiervoor moet het aanvraagformulier en een vragenlijst ingevuld en opgestuurd worden. Ongeveer 8 weken na het aanvragen van een duplicaatpaspoort wordt door de instantie besloten of het duplicaat daadwerkelijk wordt afgegeven. Houd hier dus rekening mee!
Naar lijst paspoortuitgevende instanties
De paspoortuitgevende instantie zal voor de periode zonder paspoort een vervangende bijlage uitgeven, zoals beschreven in bijlage II van het Besluit voorschriften aanvraag tot uitgifte van duplicaatpaspoorten en vervangende paspoorten en afgifte van tijdelijke documenten voor paardachtigen (PVE, 2009). Dit document is 45 dagen geldig voor het legaal houden en vervoeren van een paard.
In het nieuwe (duplicaat)paspoort staat duidelijk vermeld dat het gaat om een duplicaatpaspoort. Tevens worden alle paarden met een duplicaatpaspoort automatisch uitgesloten van de slacht voor menselijke consumptie.
Geldigheid van het paardenpaspoort
Het paspoort, dat je van de paspoort uitgevende instelling ontvangt, is alleen geldig als deze overeenkomt met het paard. Dit houdt in dat het chipnummer overeenkomt met het paspoort, evenals het levensnummer en alle overige gegevens van het paard. Ten tweede is het paspoort alleen geldig als het voorzien is van het hoofdstuk ‘Medische behandelingen’, waarin vermeld staat of het paard bestemd is voor menselijke consumptie of niet. Wanneer bij de medische behandeling niets is ingevuld, is het paard automatisch bestemd voor de slacht. Dit besluit zorgt ervoor dat de dierenarts bij het toedienen van diergeneesmiddelen rekening houdt met de middelen die een paard niet in het lichaam mag hebben in geval het bestemd is voor de slacht voor menselijke consumptie.
Paspoort van overleden paard
Mocht een paard komen te overlijden, dan wordt de eigenaar geacht het paspoort binnen 30 dagen terug te sturen naar de paspoort uitgevende instantie. Deze zal het paspoort ongeldig verklaren en mocht de eigenaar dit willen, dan wordt het paspoort na de ongeldigheidsverklaring naar de eigenaar teruggestuurd.
Auteur: Mark van Manen