Nieuw! Online Masterclass 'Ruwvoer beoordelen en ruwvoeranalyse' > Kijk direct, incl. Live Q&A op 27 maart > Meer info
Paardenarts
Zoek op aandoening of onderwerp
Leestijd: 12 minuten

Astma bij paarden (ook wel paardenastma) genoemd  is een veel voorkomende aandoening van de diepe luchtwegen. Ongeveer 1 op de 8 paarden lijdt aan ernstige astma. Het beïnvloedt sterk de gezondheid, het welzijn en de prestaties.

Bij paarden met astma ontstaat een chronische ontsteking in de diepere luchtwegen in reactie op deeltjes (uit stof) waar ze gevoelig voor zijn. Astmatische paarden hoesten vaak, hebben neusuitvloeiing en laten in ernstige gevallen ook benauwdheid zien.

Met een geschikt management kan paardenastma echter worden onderdrukt en kan de gezondheid en het welzijn van gevoelige paarden worden bevorderd/onder controle worden gehouden. Zo hebben ze minder tot geen last van de ontsteking en kunnen ze beter en gemakkelijker ademen, wat vaak resulteert in een verbeterde kwaliteit van leven. In sommige gevallen is medische behandeling nodig om de ontsteking (en eventuele luchtwegvernauwing) te verminderen.

Over de ziekte

In dit artikel gaan we dieper in op paardenastma: hoe de ziekte ontstaat, wat de symptomen zijn en hoe we astma bij paarden kunnen behandelen. Om paardenastma goed te kunnen begrijpen, is het belangrijk bekend te zijn met de anatomie/werking van de luchtwegen van het paard. In het artikel ‘Luchtwegen van het paard’ lees je hier meer over.

"We verwachten dat er in de toekomst nog meer bekend wordt over astma bij paarden. Ook of er een mogelijke genetische achtergrond bestaat. Er wordt momenteel namelijk veel onderzoek gedaan naar astma bij paarden."

Thibault Frippiat

Wat is paardenastma?

Paardenastma is een verzamelnaam voor de chronische en niet-infectieuze ontstekingen van de diepe luchtwegen van paarden. Het was voorheen bekend als dampigheid, RAO of COPD. Ook wordt het wel hooi- of stofallergie genoemd. De ziekte heeft sterke overeenkomsten met astma bij mensen. Daarom heeft de aandoening recent de benaming paardenastma gekregen.

Een paard met astma reageert overgevoelig op ingeademd stof en/of deeltjes in de omgevingslucht. Hierdoor raken de luchtwegen ontstoken en hoopt er veel slijm en ontstekingsmateriaal op in de luchtwegen. Verder raken de wanden van de bronchiën gezwollen en knijpen spiertjes rondom de bronchiën deze gedeeltelijk af. Hierdoor vermindert de luchtstroom (vernauwt de luchtweg) en zal het paard hoesten en moeite krijgen met ademhalen (zie ook afbeelding 2). We zien dat het ene paard met astma heftiger reageert dan het andere paard.

Afb.1: Schematisch beeld van de diepe luchtwegen: 1. bronchiën, 2. bronchiolen en 3. longblaasjes (ook alveoli genoemd) in de longen. (Bronr: Boehringer Ingelheim Animal Health Netherlands )

Twee vormen van paardenastma

Net zoals bij mensen zijn er verschillende vormen van paardenastma. Beide vormen van paardenastma hebben met elkaar gemeen dat de luchtwegen ontstoken raken en daardoor te veel slijm en ontstekingsmateriaal in de luchtwegen aanwezig zijn met de daarbij gepaard gaande verminderde luchtstroom en andere klachten. Paarden met ernstige astma hebben ook in rust een zwaardere en/of versnelde ademhaling. Bij milde tot matige paardenastma is dat niet het geval. Het verschil tussen de twee vormen zit met name in de ernst van de klachten. In de ergste en chronische gevallen, kan er door de continue ontsteking zelfs fibrose komen in de wand van de bronchiën: dit is een littekenweefsel dat doorgaans blijvend is. Ook kan het voorkomen dat de longblaasjes knappen.

Paardenastma is onderverdeeld in 2 vormen:

  • Milde tot matige paardenastma (voorheen IAD voor Inflammatory Airway Disease): bij paarden van alle leeftijden, maar met name bij paarden jonger dan 3 jaar.
  • Ernstige paardenastma (voorheen RAO voor Recurrent Airway Obstruction): doorgaans gezien bij paarden ouder dan 7 jaar.

Wat verder nog bij ernstige astma kan voorkomen is dat een paard een astma-aanval kan krijgen. Het paard reageert dan heel heftig en acuut op iets in de omgeving waarbij zijn luchtwegen zowat dichtgeknepen worden (bronchospasme). Acuut krijgt hij dan veel minder lucht naar binnen. Ook omdat de ontsteking heel snel erger wordt en veel te veel slijm in de bronchiën kan ophopen. Dit toont als een benauwdheidsaanval en moet worden beschouwd als een spoedgeval – zie afbeelding 2.

Afb.2. A en B: Schematische weergave bronchiën van een gezond en een astmatisch paard Als we op de bronchiën, bronchiolen en longblaasjes (alveoli) uit afbeelding 1. inzoomen, komen we tot deze schematische dwarsdoorsnede van verschillende bronchiën. Links zien we een bronchie van een gezond paard (A). Rechts zien we een bronchie tijdens een astma-aanval (B). In het laatste geval is de wand verdikt en de spiertjes eromheen aangespannen. Beide hebben als effect dat de bronchiën vernauwd worden en de ruimte voor de lucht drastisch verminderd is. Deze paarden zijn dan acuut benauwd. Ook kan er mucus (slijm) geproduceerd worden, welke de hoest veroorzaakt.

Hoe erg is paardenastma en hoe vaak komt het voor?

Studies tonen aan dat tot 80% van de paarden in verschillende populaties (met name jonge dravers) kan lijden aan milde tot matige paardenastma, terwijl ernstige paardenastma bij maar liefst 1 op de 8 paarden kan voorkomen. Paardenastma kan een aanzienlijke invloed hebben op de prestaties en levenskwaliteit van een paard. Na verloop van tijd kunnen door de ontsteking bij ernstig astmatische paarden zulke veranderingen in de longen ontstaan, dat er blijvend schade optreedt. Het wordt dan steeds moeilijker voor het paard om goed adem te halen, zelfs in rust.

Het is dus van groot belang dat eigenaren paardenastma vroeg opsporen om te voorkomen dat de ziekte voort blijft bestaan en de situatie verergert.

Oorzaken van astma

Paardenastma wordt veroorzaakt door blootstelling aan (stof)deeltjes die de ontstekingsreactie opwekken. Vooral de stofdeeltjes die klein genoeg zijn om via ingeademde lucht de diepe luchtwegen in te gaan, spelen een rol in het ontstaan en onderhoud van de onderliggende ontsteking. Stof bestaat namelijk uit allerlei kleine deeltjes zoals we die vaak vinden in de stalomgeving. Het kan bijvoorbeeld (deeltjes van) schimmels, schimmelsporen maar ook andere stofjes bevatten zoals onderdelen van mijten of plantenmateriaal. Zie afbeelding 3. Dergelijke deeltjes komen vaak voor in hooi en strooisel. Ammoniak is overigens een ander voorbeeld van een stofje dat de luchtwegen kan irriteren.

Zodra die stofdeeltjes in de luchtwegen van astmatische paarden komen, prikkelt dit en ontstaat de ontsteking. Het lichaam stuurt ontstekingscellen en produceert als reactie extra slijm, dat de luchtwegen vervolgens proberen af te voeren. De snotneus en het hoesten zijn manieren om het slijm naar buiten te krijgen.

Afb. 3: Hoopje stof uit de stal. In organische stof liggen meestal de boosdoeners van paardenastma. Dit zijn met name schimmels en schimmelsporen. Hoe hoger de concentratie, hoe groter de impact op de diepe luchtwegen van paarden.

Een subtype van ernstige paardenastma, ‘zomer-paardenastma‘ of ‘weide-astma’ genoemd, wordt gevonden bij paarden die buiten worden gehouden tijdens het weideseizoen, waar vermoedelijk plantaardige delen (zoals pollen) een rol spelen. De hitte en vochtigheid spelen waarschijnlijk ook een rol bij verergering van de ziekte.

Waarom houdt de ontsteking stand?

Bij astma is er een overgevoeligheid voor stofdeeltjes, die kan leiden tot een ontsteking en vernauwing van de luchtwegen. Het slijm blijft doorgaans in de longen aanwezig, omdat het taai is. Dit verergert de irritatie bij het paard, dat hierdoor steeds lastiger kan ademhalen en zelfs benauwd kan worden. Het resultaat is een vicieuze cirkel die de ontsteking in stand houdt en steeds erger maakt. Zeker als het paard blootgesteld blijft aan de stofdeeltjes die de reactie opwekken.

Syptomen

Milde tot matige paardenastma

Helaas kan de milde tot matige vorm van paardenastma bijzonder moeilijk op te sporen zijn. Er zijn niet veel symptomen. Voor het nietsvermoedende oog kan een mild astmatisch paard nog steeds redelijk tot goed presteren, bijvoorbeeld in de paardensport. Ze hebben nog steeds kracht en uithoudingsvermogen, alleen niet ten volle of op top niveau. De meest betrouwbare indicator is hoesten (afbeelding 4), zelfs als het niet vaak voorkomt. Andere symptomen kunnen zijn: een langere hersteltijd na inspanning of een lichte neusuitvloeiing. Milde tot matige astma bij paarden is moeilijk te herkennen, dus je moet naar deze subtiele signalen zoeken, ze heel serieus nemen en zo snel mogelijk contact opnemen met je dierenarts. Omdat zonder diagnose en daaropvolgende behandeling deze aandoening de luchtwegen van je paard blijvend kan beïnvloeden, waardoor de klachten ernstiger worden.

Wist je dat?

Milde tot matige paardenastma kan op alle leeftijden ontstaan en hoest is één van de enige symptomen van milde tot matige paardenastma.

Paardenarts.nl - luchtwegproblemen paard astma hoest
Afb. 4: Hoest is één van de enige symptomen van milde tot matige paardenastma

Ernstige paardenastma

Ernstige paardenastma valt meestal op door periodes van benauwdheid (moeilijke ademhaling), zelfs in rust (zie video). Paarden die aan deze vorm lijden, hebben ook een chronische hoest, neusuitvloeiing en presteren slecht. Deze meer voor de hand liggende klinische symptomen kunnen bij een gevoelig paard worden aangewakkerd door veranderingen in de omgeving van het paard, zoals verhoogde blootstelling aan stof (voornamelijk door beschimmeld hooi), of door veranderingen in het weer, de stalbedekking of de stalling. Aangezien er bij paardenastma geen sprake is van een infectie, krijgt het paard geen koorts.

Wist je dat?

Ernstige paardenastma komt met name voor bij paarden vanaf 7 jaar.

Video van paard met astma

Bij ernstige paardenastma kunnen paarden ook benauwd worden, waarbij het aan de buitenkant zichtbaar is dat ze moeite hebben met ademen. De ademhalingsfrequentie wordt in dat geval vaak hoger dan normaal.

Diagnose

Hoesten is vaak het eerste signaal dat er mogelijk sprake is van paardenastma. Soms valt eerst de neusuitvloeiing na het rijden op. Omdat deze symptomen niet specifiek zijn voor een bepaalde ziekte, zal de dierenarts beginnen met een klinisch onderzoek: hij/zij luistert in eerste instantie naar de longen en ademhaling en let met name op afwijkende geluiden bij het in- en uitademen. Aan een paard kun je niet vragen om diep in te ademen. Daarom zal de dierenarts vaak ook luisteren na arbeid of na ademen in een zak waardoor het paard dieper in zal ademen.

Op basis van alleen de symptomen is de diagnose niet altijd meteen duidelijk. Daarom kan de dierenarts aanvullende onderzoeken uitvoeren om de diagnose te stellen:

 

  • Vaak wordt er als eerste een endoscopie van de luchtwegen uitgevoerd. De binnenkant van de luchtwegen wordt dan bekeken met een lange slang met een camera op het uiteinde (de endoscoop). Zo kan de dierenarts nagaan hoeveel en waar er slijm in de luchtwegen (luchtpijp en longen) zit en hoe de ontstekingsreactie eruit ziet (zie afbeelding 5)
  • Een tweede veel voorkomend onderzoek is een bronchoalveolaire lavage (BAL-spoeling), oftewel longspoeling. Tijdens dit onderzoek wordt er via een slang vloeistof in de longen gebracht en meteen weer teruggehaald om in dit spoelsel eventueel aanwezige ontstekingscellen te kunnen onderzoeken. Onder de microscoop kan de dierenarts – aan de hand van dit celonderzoek (cytologie) – bepalen of er een ontsteking in de longen is en hoe ernstig deze is (zie afbeelding 6).
  • Een laatste mogelijkheid is het uitvoeren van een longfunctietest. Met dit onderzoek kan de dierenarts bepalen of er een vernauwing van de luchtwegen is (bijvoorbeeld van de bronchiën). Helaas is dit onderzoek maar heel beperkt beschikbaar en wordt daardoor niet standaard uitgevoerd. Er zijn maar enkele centra ter wereld die over deze apparatuur beschikken en meestal wordt dit alleen voor wetenschappelijk onderzoek gebruikt.

Met name de bronchoalveolaire lavage (longspoeling) wordt gebruikt om de vorm en ernst van de astma te bepalen. In het longspoelsel kijkt de dierenarts naar de aanwezigheid en verhouding (percentage) van de ontstekingscellen (zogenaamde neutrofiele granulocyten, eosinofiele granulocyten en mastcellen).

  • Bij milde tot matige paardenastma: zien we meer dan 5% eosinofiele granulocyten of meer dan 5% mastcellen en/of meer dan 10% neutrofiele granulocyten.
  • We spreken van ernstige paardenastma als we meer dan 20% neutrofiele granulocyten zien (zie afbeelding 7).
Paardenarts.nl - paardenastma-Longspoelsel - Neutrofiele granulocyten - Thibault Frippiat - afb7
Afb. 7: Op dit beeld zijn er veel neutrofiele granulocyten te zien. Neutrofiele granulocyten zijn ontstekingscellen en hun hoeveelheid in verhouding tot andere cellen draagt bij om de diagnose van astma te stellen.

Dit onderzoek kan ook worden uitgevoerd om het succes van een behandeling te meten. De longspoeling wordt in dit geval na de behandeling herhaald. De verwachting is dan dat de verhouding in cellen weer terug naar normaal gaat (minder dan 5% neutrofiele granulocyten, 2% mastcellen en 1% eosinofiele granulocyten).

Behandeling

De belangrijkste principes voor de behandeling van astma bij paarden omvatten 3 stappen:

  • Vermijden van risicofactoren door aanpassingen in de omgeving
  • Ontsteking in de longen aanpakken met behandeling met sterke ontstekingsremmers (corticosteroïden)
  • Gebruik van luchtwegverwijders (indien nodig) voor een snelle verlichting van vernauwingen in de luchtwegen

Aanpassingen in de omgeving

Of het nu om een ​​milde tot matige of ernstige vorm van paardenastma gaat, het eerste dat je moet doen is de blootstelling aan omgevingsfactoren verminderen, met name aan het stof uit hooi en strooisel. Aanpassingen in de omgeving kunnen al een grote bijdrage leveren aan de verlichting van de symptomen en de ernst van de klachten. Dit kan worden bereikt door het hooi te stomen en door bijv. stofvrij zaagsel te gebruiken in plaats van stro als bodembedekking. Paarden met astma hebben extra veel baat bij goed geventileerde, schone en stofarme stallen.

Hier nog een aantal tips op een rij:

  • Stal je paard zoveel mogelijk buiten in de wei, in een stofvrije paddock of buitenbox
  • Ventileer de stal goed
  • Breng een buitenloop aan of een open luik naar de buitenlucht
  • Gebruik bijv. rubberen matten of zaagsel als bodembedekking in plaats van stro
  • Stoom of week het hooi
  • Zet je paard buiten als je de stal schoonmaakt, opstrooit of voer geeft
  • Zet je paard ook buiten als je de paarden borstelt.
  • Gebruik bij voorkeur geen bladblazer om de gang schoon te maken. De stal kan ook eerst met water gesproeid worden voordat deze geveegd wordt (met het paard uiteraard buiten).
  • Sproei de rijbaan voorafgaand aan het rijden
  • En de meest lastige: Zorg ook dat bij de buurpaarden aan management aanpassingen wordt gedaan of zet de paarden met luchtwegproblemen bij elkaar in dezelfde gang
paardenarts.nl-anwoorden VK Astma-BI-poster-preventietips-management-paardenastma
Afb. 8: Infographic - Preventietips management - astma bij paarden. Download deze poster hier

Sterke ontstekingsremmers als medische therapie/ toediening van sterke ontstekingsremmers

De hoeksteen van medische therapie is het gebruik van z.g. sterke ontstekingsremmers om de ontsteking in de diepe luchtwegen te verminderen. Sterke ontstekingsremmers bij het paard heten ook wel corticosteroïden. Toediening kan via de mond of per injectie, maar juist ook door lokale toediening. M.a.w. door gebruik van corticosteroïden die rechtstreeks met de inademing in de longen terechtkomen. Via inademing kan alleen als het medicijn als aerosol (wolk/mist) wordt toegediend, d.w.z. als het medicijn ‘opgelost’ is in een gas of lucht dat kan worden ingeademd. Dit heet ook wel aerosoltherapie, inhalatietherapie of verneveltherapie (afbeelding 9).

Afbeelding 9. Aerosoltherapie is het inbrengen van hulpmiddelen via de luchtwegen. De geneesmiddelen worden dan via de neusgaten rechtstreeks in de bronchiën toegediend. Dit kan bijvoorbeeld met corticosteroïden. De paarden accepteren de behandeling doorgaans goed.

Een belangrijk kenmerk van aerosoltherapie is de grootte van de aerosoldeeltjes. Omdat we met aerosoltherapie vaak de onderste luchtwegen willen behandelen moet er met aerosoldeeltjes van 1 tot 5 micrometer (μm) gewerkt worden.

Bij aerosoltherapie wordt de medicatie middels verneveling direct in de luchtwegen van de patiënt toegediend. Dit heeft als groot voordeel dat minder risico op bijwerkingen te verwachten is dan bij andere vormen van toediening (zoals orale toediening of injectie) plus dat de behandeling direct op de plaats van het probleem komt.

  1. De medicatie is direct actief op de juiste plek en hoeft niet door het hele lichaam heen voordat het in de luchtwegen terechtkomt.
  2. De totaal toegediende dosering kan aanzienlijk lager zijn dan bij orale toediening, terwijl de actieve dosering in de luchtwegen hetzelfde blijft of zelfs hoger kan zijn.

Tot voor kort bestond er nog geen geregistreerde medicatie voor dit gebruik bij paarden. Inmiddels bestaat er een in Nederland geregistreerd diergeneesmiddel dat specifiek voor paardenastma is ontwikkeld. Hiermee kan de juiste medicatie in de juiste hoeveelheid rechtstreeks in de longen toegediend worden, voor een efficiënte behandeling van de ontsteking. Vraag je dierenarts naar informatie.

Luchtwegverwijders en andere medicatie

In bepaalde gevallen kan er naast veranderingen in de omgeving en behandeling met corticosteroïden ook behoefte zijn aan luchtwegverwijders. Dat is vaak het geval bij heel benauwde paarden, met name de chronische ernstige astmatische paarden of als de luchtwegen niet voldoende open zijn om aerosoltherapie toe te passen.

Soms zal de dierenarts ook andere medicatie toedienen of voorschrijven. Denk bijvoorbeeld aan slijmverdunners om het paard te helpen met de overvloed aan slijm in zijn luchtwegen.

Wist je dat?

Paarden niet horen te hoesten.

Prognose

Waarom is actie bij de eerste klachten direct nodig?

Het is belangrijk om bij de eerste klachten direct contact op te nemen met de dierenarts. Paarden horen niet te hoesten. Als het hoesten als gevolg van astma langdurig onbehandeld blijft de ontsteking bestaan en kan deze verergeren. Zo kan er ook blijvend schade aan de longen optreden. Dit geldt ook als ze vaker periodes van opflakkeren van het hoesten doormaken. Milde tot matige paardenastma kan overgaan. Als een paard ernstige paardenastma heeft zal hij altijd (chronisch) zijn gevoeligheid voor stof behouden. De ziekte kan echter goed onder controle gehouden worden. Optimaal omgevingsmanagement is van groot belang om de ontsteking en daarmee de klachten niet te laten terugkeren.

Effectief de ziekte onder controle houden

Wanneer paardenastma niet goed onder controle gehouden wordt, kan dit een bedreiging vormen voor de levenskwaliteit van je paard. Door de juiste stappen te nemen en nauw samen te werken met je dierenarts, kan de ziekte effectief behandeld worden, zodat je paard zich beter kan voelen, actiever kan zijn en gemakkelijker kan ademen.

 

Bekijk ook de video over astma bij paarden:

 

100 sec video

Astma bij paarden

Paardenastma is helaas een veelvoorkomende aandoening van de luchtwegen. Op tijd ingrijpen, optimaal omgevingsmanagement en alert zijn op (soms subtiele) symptomen helpen om een astmatisch paard een goed leven te bieden. Heb je twijfels, vraag je dierenarts om advies.