Nieuw! Online Masterclass 'Ruwvoer beoordelen en ruwvoeranalyse' > Kijk direct, incl. Live Q&A op 27 maart > Meer info
Paardenarts
Zoek op aandoening of onderwerp
Leestijd: 12 minuten

Diarree of dunne ontlasting komt bij veulens vaak voor. Tot 80% van de veulens jonger dan 6 maanden maakt al een of meerdere keren een periode met diarree door. Natuurlijke ontwikkelingen van de darm en factoren zoals veranderingen in de voeding en/of opname van zand zijn triggers van dunne ontlasting bij veulens. Daarnaast spelen veel verschillende ziekteverwekkers zoals bacteriën, virussen en parasieten een belangrijke rol bij diarree van veulens. Diarree kan onschuldig zijn maar zeker bij jonge veulens kan diarree gepaard gaan met levensbedreigende complicaties. Er zijn veel behandelingen mogelijk, afhankelijk van de oorzaak, ernst en complicatie(s) moet gezocht worden naar de beste combinatie van de beschikbare therapieën.

Wil je meer weten over de oorzaken en gevolgen van diarree? Weet je waar je op moet letten als je veulen diarree heeft en wanneer er behandeld moet worden? Je leest het in onderstaand artikel!

Wat is diarree?

Diarree is een symptoom, de ontlasting van het dier is te dun en bevat teveel vocht. De te dunne ontlasting kan veroorzaakt worden door een verminderde vochtopname in, of  verhoogde vochtuitscheiding van de darmwand. Deze verstoringen kunnen ontstaan door beschadiging en/of ontsteking van de darmwand maar ook door een verstoring van de darmflora van de dikke darm óf natuurlijke veranderingen van de darm. Afhankelijk van de oorzaak en ernst van diarree kan de ontlasting weinig of veel dunner zijn maar ook een andere kleur krijgen of gaan stinken.

Bij diarree verliest het dier vocht waardoor uitdroging kan ontstaan. Met de diarree verliest het veulen ook glucose en elektrolyten zoals Natrium, Chloor en Kalium. Bij een gebrek aan glucose, elektrolyten en/of vocht wordt het veulen sloom en slap. Het veulen zal hierdoor nog minder vaak gaan drinken en komt terecht in een ongunstige vicieuze cyclus. Bij beschadigingen van het darmoppervlakte door langdurige diarree of ziekteverwekkende micro-organismen kunnen ook eiwitten en zelfs bloed door de darmwand lekken en in de ontlasting terecht komen.

Zeker bij jonge veulens is de kans dat er complicaties zoals uitdroging en een bloedvergiftiging ontstaan groter dan bij andere dieren. Dit komt doordat moeder natuur de start voor veulens een beetje moeilijker gemaakt heeft dan voor de meeste andere zoogdieren. De vergrote kans dat veulens bij diarree ook andere symptomen krijgen, heeft te maken met de natuurlijke, zeer beperkte eigen afweer. Voor de antistoffen/afweerstoffen tegen ziekteverwekkers zijn veulens, in tegenstelling tot de meeste andere zoogdieren, geheel afhankelijk van de opname van biest (melk van de merrie in de eerste 24 uur na de geboorte).

Symptomen bij diarree van veulens

De meest voorkomende symptomen bij veulens met diarree naast een afwijkende ontlasting zijn een kale achterhand, uitdroging, slapte, koliek en koorts. Als de bacteriën het lichaam via de darmwand binnentreden, ontstaat er een bloedvergiftiging en kunnen ontstekingen in andere organen ontstaan. In bijzondere of langdurige gevallen kan ook oedeem ontstaan of groeit het veulen onvoldoende.

Afwijkende ontlasting

Afhankelijk van de oorzaak en ernst van diarree kan de ontlasting weinig of veel dunner zijn (van papperig tot waterdun) maar ook een andere kleur (geel, bruin, grijs, rood) krijgen of gaan stinken. Soms is alleen de natte ontlasting tegen een boxmuur of de met natte mest besmeurde staart, billen of benen zichtbaar. De diarree bij veulens kan snel over zijn, maar bij sommige bacteriële infecties ook wekenlang aanwezig blijven.

Uitdroging en slapte

Als direct gevolg van diarree kunnen symptomen van uitdroging ontstaan. Hierbij wordt de kleur van het slijmvlies in de mond te donker, te droog en krijgt een plakkerig oppervlak. Ook koude oren, neus en benen kunnen opvallen. Afhankelijk van de ernst worden de veulens traag en drinken minder. Soms valt op dat de veulens in plaats van melk, water gaan drinken.

Koorts, bloedvergiftiging en ontstekingen elders

Als ziekteverwekkers een rol spelen kunnen de dieren koorts krijgen met of zonder ontstekingen in andere organen zoals longen en gewrichten. Zelfs de zeer gevreesde veulenziekte kan optreden als gevolg van diarree bij zeer jonge veulens, waarbij bepaalde bacteriën via de darmwand de bloedbaan en andere organen hebben bereikt.

Koliek

Soms wordt de dunne ontlasting niet direct uitgescheiden maar ontstaat een grote ophoping van vocht in de darmen. Hierbij kan het veulen zelfs koliek krijgen voordat duidelijk is dat er sprake is van een probleem met de ontlasting.

Oedeem

Als het veulen erg veel eiwit of zelfs bloed verliest via de darmwand ontstaat een gebrek aan eiwit in het lichaam en krijgt het veulen oedeem, een vochtophoping tussen de weefsels onder de buik, ook wel ‘zucht‘ genoemd.

Kale achterhand

Bij diarree kan ook de huid van de achterhand geïrriteerd raken waardoor de haren uitvallen en soms zelfs pijnlijke oppervlakkige open wonden ontstaan die soms bedekt zijn door ingedroogde ontlasting.

‘Slijten’

Bij langdurige diarree kunnen veulens vermageren, lange beharing krijgen en onvoldoende groeien.

Oorzaken van diarree bij veulens

Er zijn veel verschillende oorzaken voor diarree bij veulens, te veel om hier allemaal te bespreken. Bij jongere veulens spelen vaak andere oorzaken dan bij veulens van enkele maanden oud. De meest voorkomende oorzaken van diarree delen we in twee groepen:

  • Diarree door ziektekiemen (infectieuze oorzaken)
  • Diarree met andere oorzaken dan ziektekiemen (niet-infectieuze oorzaken)

Diarree bij veulens door ziektekiemen is in vergelijking met diarree die bijvoorbeeld ontstaat door voedingsveranderingen, gevaarlijker voor het veulen zelf en is daarnaast ook besmettelijk voor andere veulens. Helaas kunnen na diarree door niet-infectieuze oorzaken ook ziektekiemen grip krijgen op de darmwand. Dit gebeurt alleen als het veulen weinig antistoffen heeft opgenomen of de diarree heftig was en veel beschadigingen heeft veroorzaakt in de darmwand.

Niet-infectieuze oorzaken

De darmen van veulens maken in de eerste maanden van hun leven grote ontwikkelingen door. Van een lange dunne buis waarin tijdens de periode in de baarmoeder alleen vruchtwater passeert en vloeistof opgenomen wordt, passen de darmen zich in de eerste weken na de geboorte aan voor de opname en afbraak van grote hoeveelheden melk en vaste voeding zoals hooi en gras. In de eerste weken moeten vele systemen in de darmwand functioneel worden om voedingsstoffen af te breken en op te nemen.

Voor de vertering van vast voedsel is ook een goede darmflora nodig. Het veulen wordt geboren zonder bacteriën. Al vanaf de geboorte moet de juiste darmflora opgebouwd worden uit de vele bacteriën die het veulen opneemt uit zijn omgeving. Niet voor niets eet het veulen ook actief mest van zijn moeder, hiermee krijgt hij de darmflora van zijn moeder binnen.

Naast de opbouw van de darmflora moet ook de omvang van dikke- en blinde darm enorm toenemen. Zij worden gevuld met allerlei (nieuwe) vloeibare of vaste, absoluut niet steriele bestanddelen zoals melk, hooi, stro, haar, huidvet, mest en allerlei andere stoffen die het veulen met de mond verkent. Enkele soorten van diarree die ontstaan zonder ziekteverwekker belichten we hieronder.

Diarree tijdens de veulenhengstigheid

Diarree door een teveel aan voedingsstoffen in de dikke en blinde darm

Diarree door zand

Infectieuze oorzaken

Er zijn veel verschillende ziektekiemen die bij een veulen diarree kunnen geven. Het veulen neemt de ziekteverwekkers uit de omgeving op. De opname met de mond is heel belangrijk, maar de veulenworm bijvoorbeeld kan het veulen óók door de huid besmetten en diarree veroorzaken. De ziektekiemen kunnen grof verdeeld worden in de volgende groepen: virussen, bacteriën en parasieten.

Virussen

Bacteriën

Parasieten

Diagnostiek bij veulendiarree

Bij veulens met diarree zal de paardenarts uiteraard het veulen klinisch onderzoeken en met het vraaggesprek (anamnese) proberen een indicatie te krijgen van oorzaken en ernst van de diarree en de toestand van het veulen. Door verdere laboratoriumonderzoeken van mest en bloed kan de paardenarts meer over oorzaak, ernst, mogelijke gevolgen en complicaties te weten komen. Ook beeldvorming met echo en röntgen kan wenselijk zijn.

Bij een veulen is het belangrijk om in ieder geval te proberen de oorzaak van de diarree te achterhalen. Een deel van de behandeling is immers specifiek gericht op de ziektekiem. Vanwege het negatieve effect op de normale darmflora is het bijvoorbeeld niet verstandig om bij ieder veulen met diarree antibiotica te geven; bij een groot aantal van de diarree oorzaken is antibiotica helemaal niet nodig. Nu is het vinden van de oorzaak niet altijd eenvoudig vanwege de vele mogelijke oorzaken en de soms moeilijk te interpreteren testuitslagen. Daarnaast zijn de testen niet altijd onmiddellijk beschikbaar.

Mestonderzoeken

Het is heel belangrijk om mest op te vangen en te laten onderzoeken. Er kunnen op de mest namelijk meerdere onderzoeken uitgevoerd worden. In de mest kan door microscopisch onderzoek gezocht worden naar de verschillende wormeieren en cryptosporidium. Met DNA onderzoek (PCR) kan de aanwezigheid van rhodococcen en/of virussen aangetoond worden. Van de mest kan ook een bacteriekweek gedaan worden om ziekteverwekkende bacteriën op te sporen. Aansluitend zal dan ook getest worden voor welk antibioticum gekozen zal moeten worden. De relevantie van de aanwezigheid van bepaalde ziekteverwekkers kan aangetoond worden door laboratoriumonderzoek naar toxinen in de mest.

Bloedonderzoeken

Het is heel belangrijk om bloedonderzoek uit te voeren bij een veulen met diarree dat ook ziek is. Het geeft bijvoorbeeld veel informatie over mate van uitdroging, verzuring, verlies van glucose, eiwit en elektrolyten. De ontstekingscellen zeggen iets over de ernst en soms zelfs de oorzaak van de ontsteking. Door het bepalen van antistoffen kan gecheckt worden of het veulen voldoende afweer heeft verkregen door het opnemen van de antistoffen via de biest.

Bij jonge veulens met koorts, waar er gedacht wordt aan de zeer gevaarlijke complicatie van een bloedvergiftiging (sepsis), kan bloed worden afgenomen voor een bloedkweek. Bij een bloedkweek kan een bacterie aangetoond worden in het bloed. Na het vinden van een bacterie kan ook gelijk getest worden voor welke antibiotica deze bacterie gevoelig is.

Echo en röntgen

Aanvullend kunnen echo’s en röntgenfoto’s van de buik van het veulen informatie geven over oorzaak en gevolgen van de diarree.

Wanneer moet veulendiarree behandeld worden?

Een veulen wat fit is, geen koorts heeft en goed drinkt hoeft in eerste instantie niet (intensief) behandeld te worden. In veel gevallen zal de diarree vanzelf verdwijnen. Wel is het heel verstandig om dit veulen goed in de gaten te houden en op tijd in te grijpen wanneer andere symptomen ontstaan of de diarree langer dan een paar dagen duurt. Het veulen moet attent blijven, voldoende drinken en spelen. Als een veulen minder drinkt zal het uier van de merrie ook te vol blijven, dus controle van de grootte van het uier is ook zinvol. Daarnaast is frequent temperaturen van het veulen belangrijk.

Wanneer de diarree aanhoudt, het veulen minder fit oogt, minder drinkt en/of koorts heeft dan is ingrijpen vaak wel nodig. Zeker bij hoge omgevingstemperaturen kunnen veulens snel uitgedroogd raken. Schakel tijdig je dierenarts is. Bij jonge dieren is het verstandig om voor de zekerheid een keer extra te laten controleren. Jonge veulens hebben maar een matig ontwikkeld immuunsysteem en kunnen van het ene moment op het andere moment erg ziek worden.

Hoe moet diarree bij veulens behandeld worden?

De behandeling van de diarree hangt af van de vermoedelijke oorzaak, de ernst en de aanwezige symptomen. Voor de behandeling moet altijd het advies van de dierenarts gewonnen worden. De dierenarts zal door een uitgebreid klinisch onderzoek, bij ernstige symptomen of koorts vaak aangevuld met laboratoriumonderzoek, de oorzaak van de diarree en de ernst van de gevolgen proberen te achterhalen om zo de best passende behandeling of behandelingen te kunnen kiezen. Enkele behandelingen worden hieronder beschreven.

Bestrijden van ziekteverwekkers

Als de diarree (vermoedelijk) veroorzaakt wordt door ziekteverwekkers zal de dierenarts een behandeling instellen die daarop gericht is: zoals antibiotica bij bacteriën, of een wormmiddel bij wormen. Vanwege het negatieve effect op de normale darmflora is het niet verstandig om bij ieder veulen met diarree antibiotica te geven; bij een groot aantal van de diarree oorzaken is antibiotica namelijk helemaal niet nodig. Voor virussen en cryptosporidium is nog geen effectief middel beschikbaar.

Beschermende middelen

Als de natte mest de achterhand en staart besmeurd moet deze huid en de staart gewassen en beschermd worden met bijvoorbeeld vaseline. Bij ernstige of langdurige diarree kan het zinvol zijn middelen zoals actieve kool toe te dienen om de darmwand te beschermen en vrijgekomen gifstoffen te laten absorberen (vergelijkbaar met Norit voor mensen). Omdat veulens die slecht drinken ook gauw maagzweren krijgen geeft men dan ook vaak middelen die de maagwand beschermen.

Vocht- en electrolytenverlies corrigeren

Wanneer een veulen diarree heeft en stopt met drinken van melk of minder drinkt, zal deze heel snel uitdrogen. In milde gevallen kan geprobeerd worden vloeistoffen en elektrolyten oraal met een maagsonde toe te dienen. Als de dunne darmen aangetast zijn is dit onvoldoende effectief en zal het veulen infusen moeten hebben met onder andere glucose en elektrolyten. Wanneer het veulen langdurig infusen toegediend moet krijgen, is het verstandig om de samenstelling van het infuus te bepalen door herhaald bloedonderzoek van het veulen op een kliniek.

Plasma/hyperimmuunplasma infuus

Veulen krijgt plasma via een infuus (foto: Iris van Gulik)

Wanneer uit het bloedonderzoek blijkt dat het veulen veel eiwitten via de darm heeft verloren of te weinig antistoffen met de biest heeft opgenomen, is het verstandig om het veulen infuus te geven met plasma waar veel antistoffen en eiwitten in zitten.

Preventie van veulendiarree

Diarree bij veulens is niet altijd te voorkomen. Er zijn echter wel een heel aantal maatregelen om de kans op diarree te voorkomen.

  • Zorg dat het veulen in een schone, droge stal geboren wordt.
  • Zorg voor een goede hygiëne tijdens en na de bevalling.
  • Laat de nageboorte door een paardenarts controleren.
Toelichting foto’s: Controle van de nageboorte door de paardenarts. Door na iedere geboorte de verse en complete placenta te laten controleren, kunnen risicofactoren voor het veulen en eventuele volgende drachtigheden van de merrie bekend kunnen worden. Met deze kennis kunnen maatregelen genomen worden. Meer over de placenta/nageboorte lees je hier.
  • Laat de kwaliteit van de eerste biest controleren.
  • Zorg ervoor dat het veulen direct na de geboorte, binnen 24 uur, voldoende biest van goede kwaliteit drinkt. Lees hier meer over de afweer van een veulen
  • Wanneer er getwijfeld wordt of het veulen voldoende afweerstoffen heeft opgenomen met de biest kan vanaf 18 uur na de geboorte het bloed getest worden op de hoeveelheid antistoffen. Wanneer er te weinig afweerstoffen in het bloed aanwezig zijn, kunnen antistoffen via een intraveneus infuus met (hyperimmuun)plasma infuus aan het veulen toegediend worden.
  • Om besmetting van het veulen met de veulenworm te voorkomen, wordt onder andere geadviseerd iedere hoogdrachtige merrie ongeveer twee weken voor de uitgerekende datum te ontwormen met een middel met ivermectine of moxidectine.
  • Voor bedrijven waar het rotavirus vaak veulendiarree veroorzaakt kan overwogen worden de drachtige merries hiervoor in te enten. De antistoffen die de merrie dan aanmaakt moet het veulen opnemen met de biest.
  • Isoleer een veulen met diarree van andere veulens en hoogdrachtige merries om te voorkomen dat ook andere veulens diarree krijgen. Lees meer over diarree bij paarden
  • Vermijd opname van grote hoeveelheden zand, zout en andere vreemde voorwerpen.
  • Om ernstige problemen te voorkomen is het hele verstandig om op tijd in te grijpen wanneer een veulen diarree ontwikkelt.

Prognose van diarree bij veulens

De vooruitzichten voor een veulen met diarree is erg afhankelijk van de oorzaak en ernst. Wanneer het veulen goed blijft drinken en fris blijft, komt het waarschijnlijk binnen enkele dagen weer helemaal goed. Diarree tijdens de hengstigheid of veroorzaakt door virussen hebben een goede prognose. Als er bacteriën betrokken zijn hebben we meestal een groter probleem. Bepaalde bacteriën geven een dusdanig ernstige darmontsteking dat de veulens erg ziek worden. Zeker wanneer er dan niet tijdig ingegrepen wordt hebben deze veulens slechte vooruitzichten.

Chipnummer zoeken

Vul het chipnummer in en vind de gegevens bij het paard.
Meer info

Gerelateerde rubrieken

Onze partners

Boehringer_Ingelheim_Logo
Zoetis_logo
Dumea AM logo
Hippo Horse Insurance -logo
Hay to You logo