Paardenarts
Zoek op aandoening of onderwerp
Leestijd: 24 minuten

Veel paardeneigenaren gebruiken supplementen als extra aanvulling op het rantsoen van hun paard. Dit kan zijn omdat het paard bepaalde klachten heeft of om juist klachten te voorkomen. Veel gebruikte supplementen zijn om gewrichten te verbeteren en paarden te kalmeren (Ierse studie uit 2018 onder 134 paardeneigenaren). Met als hoofddoel de prestatie te verbeteren. Of de supplementen het gewenste effect hebben, is moeilijk te bewijzen. De eigenaar kan door een positief gevoel denken een effect waar te nemen of in ieder geval gerustgesteld zijn dat het paard niets tekort komt. Supplementen zijn vaak een combinatie van verschillende ingrediënten. Of de ingrediënten effect hebben op de gezondheid of prestaties van het paard is echter niet altijd in wetenschappelijk onderzoek bij paarden aangetoond. Een misverstand is dat men denkt dat supplementen getest zijn in onderzoek en voldoen aan wettelijke voorschriften. Dat laatste is wel ten dele waar, in de zin dat er strenge eisen zijn aangaande etikettering, maar niet dat het product bewezen werkzaam is.

In het voorgaande deel (Voedingssupplementen Deel 1) zijn supplementen aan de orde geweest die het rantsoen aanvullen met noodzakelijke voedingsstoffen, met name mineralen en vitaminen. In dit overzicht (Voedingssupplementen deel 2) komen supplementen aan bod met ingrediënten die mogelijk een bijdrage aan de gezondheid kunnen leveren.

Dit artikel geeft een (samenvattend) overzicht van veel voorkomende ingrediënten in supplementen die mogelijk een bijdrage leveren aan de gezondheid.

LEESTIPS | Paardenvoeding

Dit betreft een meer verdiepend artikel, waarbij voorkennis van andere artikelen handig kan zijn. Lees bijvoorbeeld eerst (een van) de volgende artikelen met daarin de basis voor het voeren van paarden:

 

Effect van een supplement: bewezen of niet?

Onderzoek naar effecten van een supplement op de gezondheid van paarden is moeilijk. Het zijn namelijk geen medicijnen. Een supplement ondersteunt de gezondheid, maar geeft geen genezing van een ziekte. Het verschil tussen gewoon gezond en optimaal gezond is met bloedonderzoek of andere meetmethoden niet te maken. De ingrediënten of gehalten van bepaalde stoffen in supplementen kunnen een bepaald effect hebben in de vertering of stofwisseling. Dit kan verschillend zijn bij verschillende diersoorten of bij de mens.

De vraag die beantwoord zou moeten worden is of dit effect ook echt bij het paard gebeurt en of dit voor het paard een verbetering van de gezondheid geeft.

Onderzoekstechnisch geen eenvoudige opgave en experimenten met een voldoende groot aantal paarden is kostbaar en gebeurt weinig. En zelfs als uit onderzoeken blijkt dat het ingrediënt bij paarden geen effect heeft, wordt het toch nog steeds aangeboden en gebruikt. Waarschijnlijk omdat mensen zich niet verdiepen en ‘geloven’ wat er wordt verkocht. De moeite waard dus om je voor de aanschaf van een supplement te (laten) informeren over de kennis die bekend is.

Claims over de relatie tussen een ingrediënt of supplement en de gezondheid zijn maar tot op zekere hoogte geoorloofd. Omdat een supplement geen medicijn is mag het nooit suggereren dat het een aandoening kan verbeteren. Ook in minder sterke bewoordingen is het insinueren van een connectie tussen een voedermiddel of supplement en een aandoening niet toegestaan, tenzij het een dieetproduct is dat voldoet aan de eisen van de dieetvoeder-wetgeving (Verordening 2020/354 tot vaststellen van een lijst van bestemmingen voor diervoeders met bijzonder voedingsdoel).

En dus gaan de teksten op de meeste etiketten over de rol van de toegevoegde stoffen in het paardenlichaam, of over het behoud van een goede gezondheid of gewrichten of dat het bijdraagt aan een glanzende vacht, etc., etc. Baat het niet dan schaadt het niet? In veel gevallen is dat zeker waar. Het schaadt wel je portemonnee. Dat geld is soms beter te besteden…

Ingrediënten en (mogelijke) werkzaamheid

In dit artikel geven we je een overzicht van ingrediënten die voorkomen in supplementen of voeders voor paarden. Het is geen compleet literatuuroverzicht, maar een samenvatting over de mogelijke werkzaamheid bij het paard.

Bedenk bij alle toevoegingen aan het rantsoen of het beoogde effect wel behaald kan worden. De actieve stoffen of ingrediënten moeten namelijk eerst de maag passeren, dan in de darmen geresorbeerd worden en de lever passeren om vervolgens via de bloedbaan op de plaats van bestemming te komen. Dit hele traject heeft invloed op de zogenoemde ‘biologische beschikbaarheid’ en dus of het stofje daadwerkelijk komt waar het moet komen en in de juiste dosering. De zuurtegraad van de maag is erg laag, wat betekent erg zuur. Het sterke zuur (pH = 2) is nodig om maagenzymen te activeren, die de eerste stap in de eiwitvertering vormen. Maar dit zuur kan ook de structuur en dus de werkzaamheid van actieve stoffen uit supplementen veranderen. De enzymen van de darmen hebben ook effect op de structuur. Tenslotte zal de absorptie in de darmen voldoende moeten zijn om de juiste gehalten in het bloed te behalen. De opgenomen (voedings)stoffen gaan vervolgens direct naar de lever. De lever is een soort fabriek die alle stoffen die in de darmen opgenomen worden bekijkt en zo nodig bewerkt voordat het door kan naar de weefsels. Sommige stoffen worden dus weer van structuur veranderd. Zo kan de biologische beschikbaarheid van een toegediend ingrediënt of werkzame stof zeer laag worden. Voor supplementen die bedoeld zijn om de darminhoud zelf te veranderen, bijvoorbeeld de darmflora samenstelling, geldt min of meer hetzelfde. Passeren de stoffen de maag en is de dosering wel voldoende om een effect te genereren? En als iets in de dikke darm werkzaam moet zijn, is het niet de bedoeling dat het al in de dunne darm opgenomen wordt.

Helaas blijkt dat voor veel ingrediënten van supplementen weinig onderzoek is gedaan om een werkzame dosering te kunnen vaststellen. Dat wil nog niet zeggen dat ze niet verkocht mogen worden. Als de claims maar binnen de wettelijke bepalingen vallen, is er redelijk veel mogelijk.

Voorbeeld

Op een tube pasta (anoniem) staat “ondersteunt de balans van de darmflora”. Op het label staat dat het een aantal levende micro organismen bevat. Het bevat ondermeer Bifidobacterium Bifido, deze bacterie komt bij paarden niet voor en zal dus geen effect genereren. Verder levert een dosering een bepaald aantal levende andere soorten bacteriën en gisten, maar onbekend is hoeveel en welke soorten. Alleen van enkele Europees geregistreerde levende gisten is bewezen dat zij invloed hebben op de darmflora. Of deze er in zitten is niet duidelijk. Er is nog geen bewijs dat het geven van levende bacteriën een positieve invloed heeft op de darmflora. Verder bevat deze pasta een prebioticum, en wel scFOS (short chain fructo oligosacchariden). Een ingrediënt die een bewezen effect heeft op de darmflora. Echter, de noodzakelijke dosering daarvan is 25-30 g per dag. De adviesdosering van de pasta is 30 ml per dag. Het is dan niet zeker of dit ingrediënt een positief effect heeft.

Kortom, deze pasta bevat een aantal ingrediënten die mogelijk de darmflora kunnen verbeteren, maar onduidelijk is of het voor het paard de juiste zijn en of de dosering voldoende is. Vraag aan een voedingsdeskundig persoon raad over eventuele supplementen die je wilt toevoegen aan het rantsoen.

Glucosamine, chondroïtine, MSM en groenlipmossel (voor gewrichten)

Eén van de meest gebruikte supplementen voor paarden zijn gewrichtssupplementen, terwijl er nog altijd geen wetenschappelijke overeenstemming is over de werkzaamheid hiervan. Glucosamine, chondroïtine, hyaluronzuur en MSM (methylsulfonylmethaan) worden in verschillende samenstellingen gebruikt voor paarden met gewrichtsklachten of ter preventie daarvan. Veel onderzoeken zijn gedaan en gepubliceerd en toch blijft er onduidelijkheid over de effecten van deze lichaamseigen stoffen. Deze stoffen zijn bouwstenen voor de kraakbeenstructuur en van de gewrichtsvloeistof. De theorie over gewrichtssupplementen is dat schade voorkomen of hersteld kan worden door extra van deze bouwstenen toe te dienen.

Onderzoek buiten het dier, dus op laboratorium niveau, is positief. Echter, de biologische beschikbaarheid bij opname via het maagdarmkanaal is laag. Ook humaan (bij mensen) is daar veel twijfel over, terwijl de resorptie van glucosamine bij mensen veel beter is dan bij paarden. Aan de andere kant lijkt de absorptie en distributie door het lichaam bij het paard onderschat te worden. Conclusies van onderzoeken lopen uiteen van positief naar geen effect. Oudere paarden hebben mogelijk minder aanmaak van gewrichtsvloeistof en kunnen lijden aan artrose. Kan het gebruik van deze ingrediënten dan verlichting geven? Paarden die zwaar belast worden (springsport) kunnen gewrichtsirritatie of -ontsteking krijgen. Helpen deze producten dit te voorkomen en sneller te herstellen? Het ontbreekt aan goed onderzoek om hier uitspraken over te doen en adviezen over te geven wat betreft dosering en duur van gebruik. Het direct in het gewricht toedienen door de dierenarts, levert in ieder geval op dat de ingrediënten op de plaats van bestemming zijn. Op deze manier zijn mogelijk betere resultaten te behalen dan via een oraal supplement.

Absorptie/resorptie

Absorptie is het absorberen van een stofje (zoals in de darmen gebeurt), resorptie is opnieuw-absorptie / terug-absorptie, dus bijvoorbeeld als de nieren urine maken dan gaat er eerst heel veel vloeistof de bloedbaan uit, maar wordt een deel weer ge-resorbeerd zodat het uiteindelijk urine geconcentreerder is. Het wordt dus opnieuw terug geabsorbeerd, “resorptie”.

MSM staat voor methylsulfonylmethaan. Dit is organisch gebonden zwavel dat van nature voorkomt in het lichaam. Zwavel is een element dat nodig is voor de aanmaak van onder andere glucosamine en chondroïtine, maar ook in vele andere weefsels voorkomt zoals de huid, haren en hoorn. Het rantsoen van paarden is rijk aan zwavel. Dat roept de vraag op of extra zwavel toedienen in de vorm van methylsulfonylmethaan een verbeterend effect heeft. MSM lijkt in een onderzoek bij springpaarden in combinatie met vitamine C een antioxidatieve werking te hebben. Er is helaas zeer weinig onderzoek bij paarden uitgevoerd om het effect van MSM op pijnstilling en antioxidatieve werking voldoende te kunnen onderbouwen.

De groenlipmossel is veelgebruikt in supplementen voor gewrichten. Vanwege omega-3-vetzuren, andere ontstekinsgsremmende stoffen en glycosaminoglycanen. Een onderzoek met 19 paarden met een chronische gewrichtsontsteking geeft aan dat een gevriesdroogd product van de groenlipmossel (25 mg/kg LG per dag gedurende 56 dagen) de klachten vermindert in vergelijking met een placebo product.

Kruiden

Momenteel staan de zogenaamde pharmaceuticals (planten met geneeskrachtige werking) erg in de belangstelling. Veel supplementen zijn gebaseerd op kruiden. Kruiden bevatten stoffen die op lichaamsprocessen kunnen inwerken en dus een geneeskrachtige werking hebben. De effecten van kruiden verschillen tussen diersoorten (en de mens). Daarnaast bevatten kruiden vaak verschillende werkzame stoffen. Ook stoffen die een negatief effect kunnen hebben of die als doping kunnen worden aangemerkt. Zelfs de dosering kan het effect van positief naar negatief veranderen. Geen sinecure dus om met kruiden aan de gang te gaan. Met meer onderzoek en wetenschappelijke publicaties komt er in de toekomst hopelijk meer duidelijkheid over de (veilige) toepassing bij paarden.

Knoflook

Ginseng

Gember

Sleutelbloem (primrose) olie

Rozenbottel

Echinacea

Yucca Schidigera

Valeriaan

Duivelsklauw (Devil’s claw)

Aloë vera

Chio Mastic of Mastic gum

Curcumine

Algen of wieren

Aan algen zoals spirulina worden veel positieve effecten toegekend en soms zelfs ‘superfoods’ genoemd. Algen zijn een eenvoudiger type planten dan de ons bekende varens, bloemen en bloemplanten. De grote zeewieren behoren ook daartoe. De microalgen staan aan het begin van de voedselketen.

Spirulina (poedervorm)

Algen zijn zeer rijk aan verschillende typen chlorophyl, een groene kleurstof die zuurstof maakt met behulp van zonlicht. Met zeewier of algen voeg je een scala aan nutriënten toe, van aminozuren tot essentiële vetzuren, mineralen, spoorelementen, vitaminen, tot bepaalde specifieke actieve stoffen zoals antioxidanten. Of dit een aanvulling is voor de gezondheid van het paard is afhankelijk van zijn behoefte en de reeds aanwezige voedingsstoffen in zijn rantsoen. De dagelijkse hoeveelheid aan algen die het supplement toevoegt aan het totale rantsoen is vrij beperkt. En zo leveren ze dus ook een beperkte hoeveelheid voedingsstoffen. Spirulina en chlorella zijn zeer eiwitrijk en bevatten ook voor het paard essentiële aminozuren. Dit zou een aminozurentekort kunnen opheffen, iets wat geregeld voorkomt als het rantsoen bestaat uit ruwvoer met weinig voederwaarde (grofstengelig) van onbemest grasland en weinig aanvullend krachtvoer.

Recent onderzoek laat een mogelijke positieve rol zien voor Spirulina platensis voor paarden met insulineresistentie en equine metabool syndroom (EMS). Naast anti-ontstekingseigenschappen lijkt deze alg een rol te kunnen spelen in de gevoeligheid voor insuline. Omdat deze soort behoort tot de blauwalgen is voorzichtigheid geboden vanwege mogelijke toxische stoffen die ze ook kunnen bevatten. Een andere toepassing van algen in het rantsoen van paarden is om omega-3-vetzuren toe te voegen. Algen zijn de bron van deze vetzuren voor de vis. Door specifieke algen te kweken worden er producten gemaakt die rijk zijn aan omega-3-vetzuren. Met name de vetzuren EPA en DHA (omzettingsproducten van het omega-3-vetzuur, alfa-linoleenzuur) kunnen bijdragen aan de productie van ontstekingsremmende factoren.

Zeewier

Verschillende soorten zeewier (kelp) worden in gedroogde vorm als supplement aangeboden. Zeewieren zijn geen gerichte aanvulling voor mineralen en vitaminen. De gehalten zijn soms hoog en soms laag en kunnen bij elke nieuwe productie weer anders zijn. Ook kan het jodiumgehalte zeer hoog zijn. Het gemiddelde rantsoen van paarden kent geen jodium tekort. Een aanvulling is meestal niet nodig. Mocht dat wel nodig zijn, en je wilt daar zeewier voor gebruiken, zorg dan dat je een product kiest waar de gehalten aan voedingsstoffen (en zeker jodium) op vermeld staan.

Voer nooit zomaar iets aan je paard als je niet zeker bent van de inhoud!
Omdat het jodiumgehalte soms erg hoog kan zijn, is het niet goed om zeewier aan drachtige merries te geven. De uitscheiding via de melk geeft een verhoogde opname van jodium bij het veulen. Dit kan groeistoornissen geven.

Probiotica: bacteriën en gisten

Probiotica zijn levende micro-organismen met een positief effect op de darmflora. Voor mensen kennen we Yakult©, een bacterieflora die een licht verstoorde darmflora bij de mens kan verbeteren. Alhoewel sommige supplementen voor paarden bacteriestammen bevatten, is er nog geen bewijs dat deze effect hebben op de darmflora. Niet alleen bacteriën, maar ook gisten kunnen als probioticum dienen. Onderzoek met levende gistcellen toont aan dat dit in sommige situaties positief uitpakt op de darmflora.

Levende gistcellen

Dode gistcellen

Prebiotica

Prebiotica zijn fermenteerbare vezels of koolhydraten die de ‘goede’ bacteriën in de darm stimuleren. Deze koolhydraten zijn niet door enzymen in de dunne darm te verteren en stromen dus intact door naar de dikke darm. Feitelijk zijn het geschikte voedselbronnen voor bepaalde bacteriesoorten. Humaan onderzoek leert dat pectine, lactulose en inuline onder andere bifidobacteriën in de dikke darm in aantal laten toenemen. Paarden hebben een andere darmflora en andere bacteriesoorten, de bifidobacteriën zijn veel minder belangrijk. Gericht onderzoek naar het effect van prebiotica op de darmgezondheid bij paarden is vooral gedaan met “shortchain fructo-oligosacchariden”, scFOS. Toch lijkt het erop dat ook andere koolhydraten, zoals pectine, inuline en lactulose een prebiotisch effect hebben bij paarden.

scFOS

Inuline

Lactulose

Pectine

Pectine-lecithine

Aminozuren

Aminozuren zijn bouwstenen van eiwitten. Elk eiwit bestaat uit een specifieke combinatie en volgorde van verschillende aminozuren. In totaal zijn er 20 verschillende aminozuren. Van deze 20 zijn er 9 essentieel om met het rantsoen op te nemen omdat deze niet door het paard zelf gemaakt kunnen worden.

Ontbreekt er een essentieel aminozuur, dan kan de productie van een eiwit niet doorgaan, ook al zijn er vele andere aminozuren aanwezig. Dat betekent dus, dat zelfs een rantsoen met een acceptabel eiwitgehalte soms toch niet voldoende kan zijn, als het ontbreekt aan enkele essentiële aminozuren.

Een eiwitrijk rantsoen voorziet altijd wel in alle aminozuren. Overmatig veel eiwit is nadelig voor de darmgezondheid en de prestatie. Een rantsoen met net voldoende eiwit, kan een tekort aan essentiële aminozuren bevatten.

Essentiële aminozuren

Glutamine

Antioxidanten

Antioxidanten zijn stoffen die de vrije radicalen (schadelijke stoffen) neutraliseren. In de stofwisseling, tijdens verbranding van energiebronnen en bij ontstekingsprocessen ontstaan deze schadelijke stoffen. Antioxidanten kunnen ze onschadelijk maken. Dit systeem werkt nooit 100% en vandaar dat deze radicalen uiteindelijk voor veroudering zorgen. Verschillende enzymen, vitaminen, spoorelementen en stofwisselingsproducten hebben een antioxidatieve werking. Dat geldt ook voor sommige kruiden.

Een goed samengesteld rantsoen bevat al een reeks antioxidanten, denk aan vitamine E, selenium, zink, koper, mangaan. Andere antioxidanten zijn vitamine C, betacaroteen, flavonoiden (uit kruiden, groente en fruit) en stoffen uit diverse kruiden. Deze komen in een variatie aan samenstellingen voor in supplementen. Onbekend is welke doseringen het beste effect hebben. Paarden op een rantsoen van enkel hooi hebben onvoldoende van deze nutriënten. Voor oudere paarden of paarden die veel prestaties moeten leveren is een toevoeging zinvol. Bij voorkeur op basis van een rantsoen analyse, zodat je zeker weet dat risicovolle overdoseringen voorkomen worden.

Goed om te weten

Omdat selenium toxisch kan zijn en het in verschillende supplementen en krachtvoer voorkomt, is het verstandig de totale opname per dag te controleren bij gebruik van verschillende supplementen!

Elektrolyten

Veel sportpaarden krijgen elektrolyten na een zware inspanning. Bij veel zweetverlies kan er namelijk een tekort aan elektrolyten of eigenlijk zout ontstaan. De hoeveelheid elektrolyten die je met een bepaalde dosering geeft, is beperkt. Toch kan deze toevoeging een positief effect hebben op het herstel. Elektrolyten zijn mineralen zoals natrium, kalium, chloor, calcium en magnesium, die als elektrisch geladen atomen zijn opgelost in het bloed. Het is belangrijk om een bepaald gehalte van deze verschillende elektrolyten in het bloed te behouden. De fysiologie van het paard zorgt daarvoor.

Zweet van paarden is vooral rijk aan natrium, chloor en kalium. Het paard verliest veel vocht en elektrolyten tijdens een zware inspanning (vooral bij heet weer). Voor herstel is een goede vochtopname belangrijk. Vanwege het feit dat zweet van paarden rijk is aan mineralen, ontstaat er in het paard wel een tekort, maar ontvangt het paard in de hersenen geen dorstprikkel. Een dorstprikkel ontstaat als het bloed rijker wordt aan mineralen als gevolg van vochtverlies. Maar als met het vocht ook mineralen verdwijnen, verandert feitelijk de concentratie in het bloed niet. Natuurlijk zal een paard op den duur wel water gaan drinken. Maar om bij zware inspanning (op bijv. meerdaagse wedstrijden) het paard vlot te laten herstellen, is verbetering van de vochtbalans een voorwaarde. Door nu wat elektrolyten of zout te geven stimuleer je dat het paard water gaat drinken. De volledige aanvulling van met name natriumchloride (zout) gebeurt later met het voer en eventueel met extra toegevoegd zout aan het voer.

Omega 3-vetzuren (EPA/DHA)

Essentiele vetzuren zijn nodig in relatief kleine hoeveelheden. Ze zijn onderdeel van celmembranen en kunnen omgezet worden in stoffen die helpen bij schadeherstel. Deze stoffen stimuleren een ontstekingsreactie of remmen deze juist. Linoleenzuur (omega-3-vetzuur) leidt tot ontstekingsremmende factoren en linolzuur (omega 6 -vetzuur) tot ontstekingsstimulerende factoren. De omzetting van beide typen vetzuren gebeurt door middel van dezelfde enzymen. Enzymen zijn bijzondere eiwitten met omzettingsfuncties. Ze worden door het organisme zelf gemaakt. Omega 3- en omega 6 vetzuren zijn dus elkaars concurrent als het gaat om het gebruik van deze enzymen. Zowel de ontstekingsremmende als de ontstekingsstimulerende stoffen zijn belangrijk voor het lichaam, maar er moet wel een gezonde balans zijn.

Gras heeft een laag vetgehalte, maar het aandeel omega-3-vetzuren is naar verhouding hoog. De meeste rantsoenen gebaseerd op krachtvoer en hooi, zeker bij toevoeging van extra plantaardige olie, zijn rijk aan omega-6-vetzuren. Dat betekent dat in verhouding de ontstekingsstimulerende stoffen stijgen.

Lijnzaad of lijnzaadolie is rijk aan omega 3-vetzuren. Met lijnzaadolie kan het aandeel omega-3 vetzuren in het rantsoen verhoogd worden.

De omzetting naar de ontstekingsremmende stoffen kan echter niet alleen belemmerd worden door een grote hoeveelheid omega-6-vetzuren, maar ook omdat een stap in deze omzettingsreeks traag verloopt als gevolg van gebrekkige hoeveelheid enzymen. Door tussenproducten te gebruiken in de omzetting van omega-3-vetzuren naar ontstekingsremmende factoren, omzeil je deze vertraging. Deze tussenproducten zijn eicosapentaeenzuur (EPA) en docosahexaeenzuur (DHA.) Visolie is bijvoorbeeld rijk aan DHA en EPA, net als algen. Supplementen met deze vetzuren kunnen bijdragen de verhouding tussen de ontstekingsstimulerende en de ontstekingsremmende factoren in de juiste balans te houden. Een ander interessant gegeven is dat DHA uit algen een positief effect hebben op paarden met insuline dysregulatie oftewel insulineresistentie. Waarschijnlijk omdat deze paarden een verminderde weerstand hebben en deze toevoeging daaraan kan bijdragen. Wat nog ontbreekt is de exacte dosering van omega-3-vetzuren of DHA die een paard nodig heeft.

In theorie zijn berekeningen te maken op basis van de opname aan omega-6 vetzuren, de gewenste verhouding met omega-3 vetzuren en de efficiëntie van omzetting naar de verschillende factoren. Maar helaas ontbreken hier ook veel harde gegevens over de situatie in het paard en blijft het een zeer globale schatting van de werkelijkheid.

Psyllium

Psyllium wordt gebruikt om zand te verwijderen uit het maagdarmkanaal. Psyllium is een product dat bestaat uit de zaadhuiden van de zaden van plantago ovata of plantago afra, die behoren tot het weegbree geslacht. De zaadhuid bevat voedingsvezels, de zogenaamde vlosine. Dit is een slijmpolysaccharide, oftewel een koolhydraat met slijmerige eigenschappen door het grote waterbindende vermogen. De opname van water leidt tot toename in volume en kan daarmee de darmperistaltiek stimuleren. Producten die verkrijgbaar zijn kunnen zowel de hele zaadjes (vlozaad) als de zaadhuiden (‘husk’) bevatten in gedroogde, gehakte of tot poeder vermalen vorm. De zaadhuiden bevatten meer oplosbare vezels per gewichtseenheid dan de hele zaadjes. Verschil in effect door de vorm is niet bekend.

Heeft het voeren van psyllium effect op zandverwijdering uit de darm?

Betaglucanen

Betaglucanen zijn onderdeel van celwanden, met name die van tarwe en haver, maar ook van bacteriën en gistcelwanden. Betaglucanen zijn opgebouwd uit glucosemoleculen en kunnen verschillen in structuur, zoals lengte en vorm. Functies of effecten zijn afhankelijk van deze structuur, niet alle betaglucanen zijn door enzymen van de dunne darm afbreekbaar. Betaglucanen lijken een prebiotisch effect te kunnen hebben bij de fermentatie in de blinde- en dikke darm. Bij mensen hebben betaglucanen uit haver en andere granen een cholesterolverlagend effect, dit is voor paarden niet van belang. Studies naar hele specifieke betaglucanen van bepaalde gisten (beta-1,3/1,6-glucanen) laten bij meerdere diersoorten (o.a. paard) zien dat er een hele kleine opname plaatsvindt in de dunne darm. Het is aangetoond dat de structuur van deze betaglucanen exact past op receptoren van macrofagen (immuuncellen in de darmwand). Macrofagen zijn grote witte bloedlichaampjes, die de eerste barrière vormen tegen binnendringende lichaamsvreemde stoffen en ziektekiemen. De activiteit van deze macrofagen versterkt na de koppeling met deze specifieke betaglucanen en zo is er een link met een verbetering van de weerstand.

Aleurone

Aleurone is een cellaag in zaden en graankorrels. Deze cellaag bevat eiwitten, maar ook vezels, wat vet, mineralen en vitaminen. Daarnaast bevat het actieve stoffen met antioxidant werking. Mogelijk heeft het ook een prebiotische effect in de blinde- en dikke darm. Er is geen onderzoek over de effecten en doseringen bij paarden bekend. Wel is er positief effect van aleurone op de glucose huishouding bij paarden met insulineresistentie. Meer onderzoek is nodig voor praktische toepassingen.

Een supplement beoordelen aan de hand van het etiket: blijft lastig!

Om te laten zien hoe lastig het is om een supplement op basis van een etiket te kunnen beoordelen onderstaand nog een voorbeeld (aan de hand van een fictief etiket):

Fictief etiket

Beoordeling van dit fictieve etiket

Beoordeling van ingrediënten

Is aanvulling voldoende? > berekening voedingsstoffen

Conclusie...

Tot slot

Dit overzicht is zeker niet compleet. Er zijn ingrediënten of stoffen waar heel weinig over bekend is, zeker bij paarden. Dan is het onmogelijk om te kunnen stellen dat het product werkzaam is. Supplementen bevatten vaak een combinatie van verschillende ingrediënten en werkzame stoffen. De markt is groot en veel supplementen worden geproduceerd zonder wetenschappelijk onderzoek als achtergrond. Gebruik supplementen alleen op advies van een dierenarts of voedingsadviseur of als je zeker weet dat het paard met dit supplement gezonder gaat worden.

Chipnummer zoeken

Vul het chipnummer in en vind de gegevens bij het paard.
Meer info

Onze partners

Boehringer_Ingelheim_Logo
Zoetis_logo
Dumea Onderzoek & Advies logo
Hippo Horse Insurance -logo
Hay to You logo