Paardenarts
Zoek op aandoening of onderwerp

Veel eigenaren van grazers zijn meer dan eens op zoek naar ’goed hooi’ voor hun dier(en), maar wat is nu goed hooi? In deze zoektocht struikel je over diverse namen als weidehooi, kruidenhooi, Eifel hooi, graszaadhooi enz. Veel mensen zien door de bomen het bos niet meer, begrijpelijk! Hooi is de basis voor elke grazer en belangrijk, al dan niet het belangrijkste, in zijn rantsoen. Om je op weg te helpen hebben we dit artikel geschreven, zodat je wat gemakkelijker de verschillen weet tussen de soorten hooi en jij dus het juiste hooi voor je dier(en) kunt vinden!

Hoe het ooit begon

Allereerst een stukje geschiedenis, immers aten grazers voordat ze door mensen gehouden werden geen hooi, of toch wel? Hooi is niet meer dan droog gras en grazers in het wild eten niet anders. Een korte periode in het voorjaar is het gras op de vlaktes groen en vers. Laat dit net de periode zijn dat de veulens geboren worden en de moeders extra energie nodig hebben om hun pasgeboren veulen te voeden. Naarmate het veulen ouder wordt, zal het vanzelf meer behoefte krijgen aan structuur, in de natuur gebeurt dit geleidelijk. Naarmate de zomer vordert, verdroogt het gras en staat het op stam. Het beste te vergelijken met héél, héél sober hooi. Dieren in het wild hebben alle tijd van de wereld en kunnen 24/7 van deze sobere stengels grazen en zichzelf hiermee in hun levensonderhoud voorzien.

Paardenarts.nl ruwvoer - HaytoYou hooi vs hooi paarden in het wild

Toen de mens dieren, zoals ezels en paarden, ging gebruiken voor het zware werk, moest er een oplossing bedacht worden voor hun rantsoen. Het dier had niet meer de hele dag de tijd om te grazen;  er moest gewerkt worden! Resume, het rantsoen had een hogere dichtheid in energie en voedingsstoffen nodig om het dier van alle voedingstoffen te voorzien. Zo kwam men op krachtvoer en granen als bijvoeding. Krachtvoeders leken een goede oplossing, maar zonder hooi bleef het paard niet gezond. Goed ruwvoer vergt namelijk veel ’gekauw’ om op te eten. Hierdoor maakt het paard speeksel aan wat het nodig heeft om het voer te verteren en de maag gezond te houden. Verder zijn de vezels nodig voor een goede darmwerking, zodat de voedingstoffen uit het rantsoen efficiënt worden opgenomen. En tot slot zijn vezels een voedingsbron voor alle micro-organismen in de darmen die het paard ’helpen’ met de vezelvertering. Hooi zoals wij het kennen was geboren en werd als een gewas geproduceerd door boeren op veelal schralere gronden!

Weidehooi

Wellicht de meest voorkomende term voor hooi is ‘weidehooi’, wat eigenlijk ook niet meer betekent dan hooi gemaakt van een weide. Nu zijn er verschillende soorten weides waar je hooi van kunt maken en die vallen allemaal onder de noemer ‘weidehooi’. Kenmerken van weidehooi in het algemeen zijn: veel diversiteit, smakelijkheid en vaak groen van kleur. Voor elke grazer komt dit het dichtst bij de natuur. Het bevat meestal een goede verhouding aan voedingstoffen en diversiteit om een goede balans in het rantsoen van je paard aan te kunnen brengen. Voor veel paarden kan dit prima het enige zijn wat je voert (behalve een kleine aanvulling met mineralen en vitaminen).

Verschillende snedes

Weidehooi wordt vaak in 2 sneden gemaakt. De zogenaamde 1e snede en 2e snede. Maar wat betekent dit nu eigenlijk en welke snede is rijker? In een goed jaar kunnen we het gras twee keer maaien om hooi van te maken. De eerste keer maaien gebeurt eind mei of juni. Eerder gaat vaak niet omdat het gras nog niet ‘rijp’ is en dan zie je vaak dat dit hooi gaat broeien. Het gras bevat dan weinig structuur en heeft meer tijd nodig om te drogen. Schuurbranden komen bijna altijd van hooi dat in mei gewonnen is. Voorheen hielden we echt 1 juni als grens aan, maar dit is door hele droge zomers en zachtere winters verschoven naar de laatste week van mei.

Als het weer te twijfelachtig is in die periode wachten we met maaien tot er beter, droger weer is. Soms kan dit wel tot eind juli of begin augustus duren! Wanneer de eerste snede pas heel laat komt, duurt het vervolgens een behoorlijke tijd voordat er voldoende gras staat voor een volgende snede (ca 8-10 weken). Hoe later in het jaar, hoe korter de dagen en hoe lastiger het gras zal drogen. Ook omdat we dan te maken hebben met onzeker weer. Enfin, de 2e snede is dus zeker niet gegarandeerd en kan in veel gevallen niet als droog hooi geperst worden (wel als voordroog). Gezien deze variaties is het dus niet zo dat één van deze snedes altijd rijker (of armer) is. Ook het weer tijdens de groeiperiode, de grondsoort, de bemesting en de condities tijdens drogen zijn van invloed op de mate van voedingstoffen. Gelukkig biedt een ruwvoederanalyse uitkomst om zekerheid te hebben over wat er in het hooi zit.

Paardenarts.nl ruwvoer - HayToYou hooi vs hooi: weidehooi en snedes

“Wij ambiëren hooi van productieweides, weliswaar op schrale grond maar wel met matige bemesting. Hierdoor benader je het beste de natuur. Zie het als de weide waar die grazer loopt, die wordt ook weer direct bemest doordat het dier poept waar het eet, hierdoor creëer je een kringloop van voedingstoffen. Je geeft daarin net zoveel als je neemt, in plaats van enkel te nemen. Door bemesting kun je ook de zuurgraad in de bodem optimaliseren en zorgen dat die aangenaam is voor grassen en minder voor onkruiden. Zo kun je een gezonde balans houden in de grassen en planten in de weide. Vroeg in het jaar een keer maaien en als groenbemesting op het land laten liggen, is ook een hele effectieve manier om onkruiden te weren. Resultaat, schoner hooi, mooie diversiteit, goede balans tussen suikers en eiwitten en dat alles zonder een druppel gif te gebruiken, zo zien we dat graag!”– aldus Robin Sanders van Hay to You.

Aandachtspunten bij aankoop van weidehooi

Let bij aankoop van weidehooi dus op het volgende:

  1. Vraag naar de bemesting. Bij voorkeur minimaal met dierlijke stalmest;
  2. Vraag naar een analyse. Zo voorkom je verrassingen door te hoge suikergehalten;
  3. Vraag waar het vandaan komt. Bij voorkeur niet van verschraalde ’natuur’ weides!

Eifel hooi of kruidenhooi

Veel mensen vragen naar ‘kruidenhooi’ of ‘Eifel hooi’, maar wat is dit nu eigenlijk? Kruidenhooi bevat naast diverse grassoorten ook veel kruiden. De Eifel is een gebied waar dit kruidenhooi onder andere gemaakt wordt. Kruidenhooi komt echter ook uit andere gebieden. Kruidenhooi kán van zogenaamde ‘ecologisch beheerde’ weides komen. Een ecologisch beheerplan kent een aantal regels, met als doel het stimuleren van de lokale flora en fauna. Het doel is dus niet in eerste instantie om paardenhooi te produceren. Zo is bemesting meestal verboden, mag je geen gewasbeschermingsmiddelen gebruiken en werkt men met een uitgestelde maaidatum; vaak mag je niet voor half juni maaien. Hiermee wordt de groei van veel planten gestimuleerd, wat vervolgens een leefgebied is voor diverse dieren en insecten. Ecologisch beheerde (en gesubsidieerde) weides vind je op arme bodems, waar andere gewassen geen groeimogelijkheid hebben, zoals op berghellingen in de Eifel. Daar is de grondlaag op de rotsbodem vaak maar heel dun, soms maar 5 cm.

Voordelen van hooi van ecologische weides:

  • Vaak veel smaak door kruiden en diversiteit
  • Veel mineralen door de diversiteit
  • Bijdrage aan lokale flora en fauna

Nadelen van ecologische weides:

  • Door beperkte mogelijkheden zijn schadelijke onkruiden zoals Jacobskruid en Herfsttijloos lastig te bestrijden en te voorkomen ( risico!).
  • Door verschraling zien we veel hooi met veel suiker en weinig eiwit van deze weides (analyse!).

Graszaadhooi

Graszaadhooi of dorshooi is een restproduct van de graszaadproductie. Een weide wordt ingezaaid met maar met 1 grassoort. Het doel is om dat gras in het zaad te laten schieten en dit er uit te ‘dorsen’ om het zaad te oogsten (vandaar de naam dorshooi 😉). Het restant, de stengels, blijven liggen tot ze droog zijn en worden daarna in balen geperst. Dit hooi heeft een paar heel kenmerkende eigenschappen. Het is niet divers, omdat het altijd maar 1 grassoort betreft. Daarnaast is het bijna nooit groen van kleur. Dit hooi wordt altijd pas laat in het seizoen geperst, omdat het zaad pas gedorst kan worden als het helemaal rijp is. Er is weinig bladrijk materiaal over en het bevat weinig energie, eiwit en kleur. Wederom kun je hier een vergelijking maken met de weide van een grazer in het wild: vanaf juli zijn de stengels waar het dier nog de hele winter mee moet doen geheel uitgeschoten en is het zaad uit de stengel gevallen!

“Dit hooi is armer dan weidehooi en niet heel smakelijk. We bevelen dit eigenlijk alleen maar aan bij dieren met overgewicht. Ze eten hier minder van en er zit minder in. Het mes snijdt zo aan twee kanten. Door het hoge vezelgehalte en lage eiwitgehalte is het echter geen compleet rantsoen. De verteerbaarheid kan heel laag zijn, wat soms uitmondt in een verstopping en dus koliek. Een ander nadeel is dat je weinig diversiteit voert. We adviseren ook altijd om met enige regelmaat te wisselen van partijen zodat je toch wat diversiteit aanbrengt, of om dit te mengen met weidehooi.” – aldus Robin Sanders.

Diversiteit is ook belangrijk voor de gezondheid van de darmflora. Een welkome bijkomstigheid is dat graszaadhooi goedkoper is dan weidehooi. Omdat er talloze grassoorten en graszaden zijn, zie je ook heel veel variaties in graszaadhooi. Elke soort heeft zo zijn eigen palet aan eigenschappen op basis van smaak, structuur, kleur, voedingstoffen en dergelijke. Zo is Veldbeemd vaak net wat minder arm, redelijk smakelijk, fijn en wat groener. Engelsraai is daarentegen weer grover en soberder. Koop graszaadhooi van iemand die verstand van zaken heeft en jou een goed advies kan geven over welke soort bij jouw paard past. Een proefbaal of monster om te kijken hoe je dier er op reageert is ook een heel goed advies, zo weet je voor je een partij koopt of je dier het lust. Al zal bij de overschakeling van weidehooi naar graszaadhooi of in gemengde vorm, je paard wel wat tijd nodig hebben om het te leren eten. Ook hier geldt: vraag naar een analyse. Want ook bij graszaadhooi kun je soms nog wel eens heel veel suiker vinden, dat wil je uiteraard niet!

Luzernehooi

Luzernehooi is een product wat hier in Nederland eigenlijk nooit als basisruwvoer voor paarden gebruikt wordt. Luzerne is een ondersoort van klaver (en eigenlijk geen hooi, maar zo noemen we het in de branche wel). Het is een heel smakelijk product, dat heel veel eiwit bevat. Luzerne gedijt goed in een warm en droog klimaat. Deze omstandigheden zijn ook nodig om het goed te kunnen drogen. In Europa vinden we de meeste luzerne in Zuid-Frankrijk en Spanje. De meeste mensen kennen luzerne als een machinaal gedroogd product, kort verhakseld in zakken, heel mooi donker groen van kleur en super smakelijk. Maar zeker zo mooi en goed voor je paard is het luzernehooi, gemaakt van de hele plant en gedroogd en geperst als traditioneel hooi. Deze vorm van luzernehooi zie je niet veel in Nederland, maar is daardoor zeker niet ongeschikt!

Luzernehooi is een erg grof en hard product, boordevol met vitamines en mineralen, en een ideale aanvulling voor een paard dat wat extra energie én eiwit kan gebruiken! Er worden vaak wel 3 of 4 sneden luzernehooi gewonnen per jaar. De eerste snede is vaak het grofste, de latere sneden zijn doorgaans wat fijner van structuur. Let op dat het luzernehooi goed droog is. Goed luzernehooi maken is een vak apart. Met name het juiste maaimoment kiezen luistert nauw. De plant moet volledig uitgegroeid zijn, zodat de blaadjes vol eiwit zitten en goed aan de plant blijven zitten tijdens het hooi proces. Goede luzerne bevat blaadjes en is mooi groen!

“Wij raden aan om luzernehooi enkel te voeren als aanvulling op het hooi dat je al hebt. Wil je graag dat je paard meer eiwitten binnen krijgt voor spieropbouw bijvoorbeeld of als het hooi iets te eiwit-arm is, dan kun je 1 of 2 kg per dag van dit product bijvoeren. Je zal merken dat je paard dit erg lekker vindt.” – aldus Robin Sanders.

Tot slot

Paardenarts.nl-Business Partner- Hay to You - Dave en Robin Sanders - rjoleinvanderheijdenphotography-12

Dave en Robin Sanders van Sanders Fourage en Hay to You

“Hooi is niet zomaar hooi, en wat voor jouw paard ‘goed’ is kan voor een ander paard ‘niks’ zijn, iedere situatie is anders. Probeer in te schatten wat de behoefte is van je paard en welk soort hooi daarbij past, of win advies in bij een deskundige. Het is geen schande als je niet alles weet. Laat je niet van de wijs brengen wat anderen zeggen of schrijven op internet. Vaak zien we mensen heel erg twijfelen over hun voerbeleid, omdat andere zeggen dat het ’onjuist’ is. Kijk naar je dieren, ze vertellen je het antwoord, doen ze het goed op jouw voerbeleid? Verander dan niks, je bent hartstikke goed bezig!”– aldus Robin Sanders