Het vroege voorjaar; de periode dat de meeste fokmerries bijna zijn uitgerekend of net bevallen, of ze kunnen juist gedekt worden. Daarmee breekt ook het moment aan waarop een van de belangrijkste keuzes gemaakt moet worden waar een fokker mee te maken krijgt, namelijk: welke hengst kies ik voor mijn merrie? Dit is echter ook een van de leukste vraagstukken en precies wat de fokkerij interessant en uitdagend maakt.
In dit artikel lees je meer over het maken van de juiste hengstenkeuze.
Met welke merrie wordt gefokt?
In eerste instantie is het belangrijk om te kijken met wat voor merrie er gefokt wordt. Is het een oudere merrie (14 – 20 jaar) of een jonge dame? Bij een jongere merrie kan er eerder gekozen worden voor uitdagend sperma dan bij een oudere merrie met vruchtbaarheidsproblemen.
Met uitdagend sperma bedoel ik sperma met verminderd bevruchtend vermogen of beperkte beschikbaarheid. Je kunt je voorstellen dat wanneer het sperma al iets minder fit is en ook nog door een baarmoeder met bijvoorbeeld vocht of een ontsteking naar de eileider moet reizen, dit het resultaat (lees; de bevruchting) niet ten goede komt.
Tegenwoordig kan sperma met een lange pipet weliswaar dicht bij de eileider gebracht worden, maar daarmee zijn nog niet alle problemen opgelost. Dit heeft alleen zin wanneer er sprake is van kleine hoeveelheden (diepvries) sperma (1 à 2 ml) aangezien grotere hoeveelheden gewoon weer de baarmoeder in zakken. Ook bij een merrie die onlangs geveulend heeft en waarvan de baarmoeder nog groot en ‘grof’ is zal het gebruik van bijvoorbeeld diepvriessperma minder snel tot dracht leiden. Een oudere merrie zal relatief langer nodig hebben voor herstel na de geboorte dan een jonge merrie. Het advies is dan ook vaak om de eerste cyclus na de bevalling, de veulenhengstigheid, niet te gebruiken bij inseminatie met diepvriessperma. Uiteraard kan een dierenarts het beste beoordelen hoe het met de conditie van de baarmoeder van de merrie gesteld is en wanneer de omstandigheden optimaal zijn voor bevruchting. Iedere merrie, iedere cyclus en iedere geboorte is immers anders.
Het verloop van een eerdere geboorte
Een andere factor die de vruchtbaarheid (en dus de keuze voor de hengst) kan beïnvloeden is het verloop van een eerdere geboorte. Heeft men flink moeten manipuleren tijdens het geboorteproces dan kan het zijn dat de baarmoedermond of andere delen van de geboorteweg beschadigd zijn geraakt. Dit moet dan uiteraard eerst (al dan niet operatief) herstellen.
Ook wanneer de merrie ‘aan de nageboorte heeft gestaan’ zal dit de vruchtbaarheid beïnvloeden. De nageboorte hoort binnen 1 à 2 uur volledig te zijn afgekomen, duurt dit langer dan 6 uur dan zal veterinair handelen noodzakelijk zijn en is de kans groot dat de vruchtbaarheid (zeker tijdens de eerste cyclus) minder is.
Dit geldt ook wanneer een merrie een dood veulen heeft gekregen of wanneer het veulen gestorven is, al dan niet direct na de geboorte. Hoewel niet bekend is waar dit precies door komt, lijken dergelijke merries minder makkelijk drachtig te worden en zijn dit dus niet de beste kandidaten voor uitdagend sperma.
Hengstenkeuze
Fokken gaat gepaard met emotie en emotie bepaalt dan ook voor een groot deel de hengstenkeuze van de fokker. Wanneer bepaalde hengsten en/of hun nakomelingen goed presteren in de sport zal het enthousiasme om bij een dergelijke hengst te dekken bij de fokkers toenemen. Het kan ook zijn dat dat een bepaalde bouw of bewegingsvorm van een hengst doorslaggevend is in de keuze. Vaak omdat dit goed lijkt te passen bij de merrie in kwestie. Sommige merries hebben meer formaat nodig, anderen een verbetering in beweging of bouw. Dan kan een hengst bepaalde eigenschappen toevoegen om de nakomelingen beter te laten zijn dan hun ouders. Die keuze ligt uiteindelijk bij de fokker.
Beschikbaarheid van het sperma
Wel is het van belang, zoals eerder vermeld, om ook even stil te staan bij andere aspecten van het gebruik van een bepaalde hengst. Het is goed om vooraf te informeren in welke vorm het sperma van de gekozen hengst beschikbaar is. Van de meeste hengsten in Nederland en omringende landen is vers en gekoeld sperma beschikbaar. Let wel, sommige hengsten zijn erg druk en anderen dekken slechts op bepaalde dagen(bijvoorbeeld alleen op maandag-woensdag-vrijdag).
Het is dus van belang voor jou en je dierenarts om te weten op welke hengsten dit van toepassing is zodat je niet voor verassingen komt te staan. Zowel voor de merrie als voor de hengstenhouder is het bovendien prettig als de dekkingen per cyclus beperkt blijven. Het kan dus, zeker bij drukke hengsten, aanbevolen worden om de merrie een eisprong-inducerend middel te geven, zodat de eisprong met iets grotere zekerheid plaatsvindt. Gemiddeld zal 36 – 40 uur na de injectie een eisprong plaatsvinden, mits correct toegepast.
Er zijn ook hengsten waarvan alleen diepvriessperma beschikbaar is, omdat ze bijvoorbeeld in de sport lopen of al overleden zijn. Dan is het goed om te informeren wat de voorwaarden zijn (hoeveel doseringen zijn er beschikbaar, voor welk bedrag, wat is de gustregeling, wat zijn de randvoorwaarden, etc.) en wat de kwaliteit van het sperma is, om te bepalen of dit eventueel geschikt is voor uw merrie.
Gustregeling
Mocht de merrie onverhoopt niet drachtig raken dan bestaat voor de meeste hengsten(sperma) een gustregeling. Informeer, liefst aan het begin van het seizoen, naar de voorwaarden. Indien je van tevoren goed op de hoogte bent (de meeste voorwaarden staan op de betreffende websites van de hengstenhouders in kwestie) kom je aan het eind van de rit niet voor verassingen te staan! Over het algemeen wil een hengstenhouder voor 1 oktober weten of de merrie drachtig is of niet. Je moet voor die tijd een gustverklaring, afgegeven en getekend door je dierenarts, aan de hengstenhouder overhandigen om in aanmerking te komen voor de gustregeling.
Diepvries sperma
Van sommige hengsten is de kwaliteit van het diepvriessperma heel goed, van andere minder, maar diepvriessperma zal over het algemeen van mindere kwaliteit zijn dan vers sperma. Bovendien zal de begeleiding van uw merrie voor diepvries sperma veel intensiever (en dus vaak duurder) zijn dan voor vers sperma.
Spermacellen die ingevroren zijn geweest en ontdooid worden voor inseminatie zullen veel korter levensvatbaar zijn (maar 6 tot 8 uur) en dus dichter bij de eisprong in de merrie gebracht moeten worden. De merrie zal dus (vaak op de kliniek) regelmatig moeten worden bekeken om de kans op dracht te vergroten.
Dekking op natuurlijke wijze
Een handvol hengsten dekt ook nog op natuurlijke wijze. Er wordt wel beweerd dat voor merries die moeilijk drachtig willen worden alleen natuurlijke dekking nog uitkomst kan bieden. Hiervoor bestaat geen wetenschappelijke basis, maar sommige fokkers zweren er bij. Dat is dus nog mogelijk bij een kleine groep hengsten. Wel is het belangrijk om de hygiëne in acht te nemen omdat deze methode uiteraard minder schoon kan zijn dan kunstmatige inseminatie. Net als de andere dekhengsten in Nederland moeten deze hengsten aan het begin van het seizoen getest worden op CEM (Contagious Equine Metritis, een geslachtsziekte) zodat zij dit niet overdragen op de merrie. Omgekeerd kunnen de hengstenhouders ook van de merriehouder vragen om vooraf een slijmmonster te nemen.
Onverdund sperma
Ook het gebruik van onverdund sperma is nog populair, maar dit kan slechts op locatie omdat onverdund sperma niet langer dan een half uur tot een uur bewaard kan blijven. Een verdunner zorgt namelijk voor langere houdbaarheid en verminderde contaminatie (wanneer antibiotica zijn toegevoegd) van het sperma. Onverdund sperma is dus lang niet altijd ideaal. Overleg van tevoren dus goed met de dierenarts en hengstenhouder of dit voor de betreffende merrie geschikt of zelfs mogelijk is, indien gewenst.
Om even terug te komen op de term ‘uitdagend sperma’; hiermee bedoel ik sperma met een verminderd bevruchtend vermogen of beperkte beschikbaarheid. Dat kan een scala aan oorzaken hebben. Neem bijvoorbeeld diepvriessperma. Hoewel het diepvriessperma van de ene hengst beter is dan vers sperma van de andere hengst, kun je over het algemeen stellen dat het bevruchtend vermogen van diepvriessperma minder goed is dan van vers sperma. Dit is ook logisch. Het invriezen van spermacellen is namelijk een ingrijpend proces. Doordat er vocht in de kop van de spermacel zit treedt onder andere kristalvorming op en in- en uittreding van bepaalde stofjes bij invriezing, waardoor de integriteit van de spermacel kan worden aangetast. Het invriesprotocol kan per hengst verschillend zijn; sperma van de hengst is zeer gevoelig voor koude en warmte en zal bij te snel afkoelen in ‘shock’ raken. Het sperma zal dus langzaam gekoeld moeten worden. Dit kan bij de ene hengst sneller dan bij de ander. Ook de verdunner waarin de spermacellen worden ingevroren is bepalend voor het resultaat en ook dat verschilt per hengst. Hierin zitten, naast antibiotica, stoffen in die de spermacel voeden en beschermen tegen het invriesproces. Het kan soms even zoeken zijn naar de juiste verdunner.
Sperma niet altijd beschikbaar
Dan zijn er nog hengsten die maar heel weinig sperma produceren. Wanneer de vraag groot is zal een hengstenhouder soms dus mensen moeten afwijzen omdat het sperma gewoonweg op is. Ook van een hengst die in de sport loopt of die heel populair is onder fokkers is er niet altijd sperma beschikbaar. Zorg dus altijd dat je op tijd de merrie laat onderzoeken zodat het sperma (liefst een dag van tevoren nog en anders dezelfde dag voor 9.00 – 9.30 uur) besteld kan worden.
Advies
Als fokker zie je soms door de bomen het bos niet meer wat betreft de hoeveelheid hengsten die beschikbaar zijn voor de fokkerij. Er komen ieder jaar weer jonge hengsten bij en ook in de sport doen veel hengsten en hun nakomelingen het goed. Het is bijna niet bij te houden hoe de hengsten en hun nakomelingen presteren, zeker als je ook de internationale (top)sport erbij wilt betrekken. Gelukkig kan de fokker bij een aantal instanties goed terecht voor advies.
Stamboek
Er zijn vele rassen en dus ook stamboeken in Nederland. Stamboekverenigingen hebben vaak veel onafhankelijke kennis en ervaring in huis en kunnen aan de hand van een stamboekpapier, paspoort of zelfs de merrie zelf een advies geven. Ook organiseren de meeste stamboekverenigingen informatieavonden en bijeenkomsten waar men met andere fokkers en experts kan discussiëren over hengstenkeuze en fokkerij.
Onafhankelijk adviseurs en/of fokverenigingen
Voor wie niet bij een stamboekvereniging of andere instantie terecht kan zijn er ook nog onafhankelijke adviseurs of lokale fokverenigingen waar advies kan worden ingewonnen. Bij deze fokverenigingen, de een actiever dan de ander, zit vaak veel ervaring en kennis. Bovendien is het leuk om eens bij een ander in de stal te gaan kijken en te vragen hoe een medefokker tot zijn of haar keuze is gekomen.
Hengstenhouder
Natuurlijk is de hengstenhouder zelf altijd bereid om met de fokker een plan op te stellen voor de merrie. De hengstenhouder kent zijn hengsten het best en soms ook de merrie al jaren. Van belang is om open te communiceren en van tevoren de wensen uit te spreken. Ook wanneer de merrie bepaalde vruchtbaarheidsproblemen ondervindt is het goed om dat bespreekbaar te maken. Hierin is van belang dat een hengstenhouder na inseminatie terugkoppelt naar de dierenarts hoe de baarmoedermond aanvoelde, of er viezigheid aan de handschoen zat en of de merrie bijvoorbeeld veel lucht aanzoog tijdens inseminatie. Al deze informatie kan weer nuttig zijn en gebruikt worden door de dierenarts om de merrie zodanig te bekijken en behandelen dat de kans op dracht vergroot wordt.
Dierenarts
Uiteindelijk kan de dierenarts aan de hand van rectaal onderzoek met behulp van echografie inschatten hoe de baarmoeder en eierstokken er aan toe zijn en een advies geven omtrent het gebruikt van welke vorm van sperma (vers, diepvries, onverdund). Ook kent de dierenarts vaak de voorgeschiedenis van de merrie (wel of niet altijd makkelijk drachtig geworden, al dan niet aan de nageboorte gestaan, al dan niet vochtophopingen in de baarmoeder gehad, baarmoedermond problemen, etc etc). Deze zaken zijn ook zeker van belang bij het advies.
Met goed advies van alle kanten zal de fokker uiteindelijk zelf een keuze moeten maken voor een hengst. Het blijft altijd een verrassing die pas na bijna een jaar, en soms zelfs pas na meerdere jaren vruchten afwerpt, wanneer de jonge spruit bijvoorbeeld goed presteert in de sport. Dan zal blijken of de hengstenkeuze, na veel wikken en wegen, de juiste is geweest… Maar dat maakt fokken niet alleen een grote uitdaging maar ook het leukste wat er is, toch?