Paardenarts
Zoek op aandoening of onderwerp
Leestijd: 6 minuten

Dazen; bij warm, zwoel en windstil weer vormen ze een ware plaag voor de meeste paardenhouders. De forse, stevig gebouwde vliegen met de grote ogen hebben in de volksmond vele andere namen. Maar of je ze nou dazen, paardenvliegen, steekvliegen, bremzen, blindazen, blinde dazen of blinde vliegen noemt, de beet van het dier doet paard en mens flink pijn. De aanwezigheid van dazen maakt het voor paarden steeds vaker onmogelijk om (langere tijd) buiten te lopen in zwoele zomers.

Wat zijn dazen?

Dazen (Tabanidae = paarden- en hertenvliegen) zijn een familie van bloedzuigende insecten. Wereldwijd zijn er vermoedelijk ongeveer 8000 soorten van de dazenfamilie. In Nederland leven er zo’n 38. Daarvan vormen 12 soorten de laatste jaren een ware plaag. Er bestaan verschillende soorten maar de bekendste is de regendaas. Dazen zijn 15-25 millimeter groot, hebben grote metaalkleurige facetogen, zijn grijs of bruin van kleur, hebben vlekkerige vleugels en een licht gestreept lijf

Afb. 1: Regendaas

Dazen steken niet, maar bijten. Ze hebben namelijk geen angel, maar wel een snuit die bestaat uit vele mesjes. Bij een beet snijden ze de huid dus als het ware een beetje open. Door dit mechanisme is de daas, in tegenstelling tot een mug, in staat om ook door dunne kledingstukken zoals T-shirts, dunne broeken en dunne sokken heen te bijten.

Let op: dazen zijn geen horzels! Dazen worden vaak verward met horzels. Dat is echter ten onrechte.

Horzel vs daas

Horzels zijn namelijk grote, harige vliegen. Ze zijn groter en dikker dan de grote bromvliegen (bijna hommelgrootte), hebben een groenachtige glans, kromme kleurige strepen over de grote facetogen, zijn sterke vliegers en steken of bijten niet. Toch zijn paarden vaak banger voor horzels dan voor dazen door hun karakteristieke zoemende geluid. En uiteindelijk zijn horzels nog veel pijnlijker dan dazen. Horzels leggen hun eitjes namelijk op of in de huid van levende zoogdieren (zoals paarden, runderen en schapen) waarna de larven parasiteren in hun gastheer.

 

Afb. 2: Gasterophilus intestinalis, ook wel de paardenhorzel. Dit is een volwassen vrouwtje (Foto: Notafly/Wikimedia Commons)

De horzel kiest zijn gastheer zeer specifiek. De horzelsoorten die voornamelijk het paard als gastheer kiezen, leggen hun eitjes (kleine gele puntjes) in de vacht, waarna het paard deze oplikt. De larven ontwikkelen zich vervolgens in de lippen, neusholte of maagwand. Er zijn ook horzels die een voorkeur hebben voor herkauwers als runderen en schapen. Zij leggen de eieren in de huid (eibulten) waarna de horzellarven leven van die huid en er gangen in graven, wat ontstekingen kan veroorzaken (lijkt op zware schurft). De larven van dazen daarentegen ontwikkelen zich juist buiten, in en rond wateroppervlaktes.

Leefomgeving van de daas

Dazen komen vooral voor op iets vochtige plaatsen die naast zon ook wat schaduw bieden. Ze leggen honderden of duizenden eitjes in vochtige weilanden, wegbermen, moerasachtige gebieden, de modder, op de bodems van sloten en op planten. De eitjes ontwikkelen zich in die vochtige omgevingen tot larven en poppen. Zowel de larven als de poppen zijn erg taai en kunnen overleven in minder gunstige weersomstandigheden. De larven ontwikkelen zich in water, modder, moeras of rottende plantendelen. Ze leven vaak van andere insecten. Ze ontpoppen pas als het warm en zwoel weer is. Dat is ook de reden dat er vooral in warme en vochtige tijden veel dazen zijn. Alleen bij veel wind zullen er dan weinig dazen zijn, want de meeste dazensoorten zijn slechte vliegers. De gemiddelde levensduur van de daas is zes weken.

De beet

Afb. 3

Bloed is nodig voor de eitjes
Alleen de vrouwtjesdaas bijt en doet dat maar één keer. Zij hebben namelijk bloed nodig om hun eitjes te laten rijpen. De mannetjesdaas eet alleen maar nectar. De vrouwelijke dazen zoeken hun gastheer (grote zoogdieren zoals paarden, koeien en mensen) uit aan de hand van uitgeademde koolstofdioxide, beweging, warmte en geuren zoals zweet. Dazen blijken een voorkeur te hebben voor donkere kleuren.

Een snelle vlieger
Sommige dazensoorten zijn snel (25 km/h) en achtervolgen hun prooi hardnekkig, soms wel een kilometer lang. Wanneer ze eenmaal op hun slachtoffer neergestreken zijn, bijten ze vrijwel meteen. Na de beet kunnen dazen niet snel wegvliegen. Ze hebben namelijk tijd nodig om het vrijgekomen bloed op te zuigen zodat het niet direct gaat stollen. Daardoor kun je de daas met een welgemikte klap doodslaan. Het is echter mosterd na de maaltijd, want het kwaad is dan al geschied.

Reacties op een dazenbeet

Bij mensen

  • De beet is duidelijk voelbaar en leidt meestal tot een fikse jeukbult. Die jeuk wordt veroorzaakt door de stof Tabadin uit het speeksel van de daas. De daas vermengt haar speeksel met het bloed om stolling tegen te gaan. Naast jeuk kan een beet ook korstvorming, pijn en zwellingen veroorzaken.
  • Afb. 4

    In enkele gevallen leidt de beet tot een bacteriële infectie. De daas kan namelijk als overdrager van verschillende ziektes fungeren. Miltvuur en Tularaemia zijn binnen de EU de meest bekende. Het zijn echter vooral dieren en mensen, die allergisch zijn voor insectenbeten, die nogal wat hinder ondervinden van een dazenbeet.

  • Tot slot kunnen dazen bloedarmoede veroorzaken.

Bij paarden

  • De aanwezigheid van dazen vormt een groot probleem voor veel paarden die gereden worden of buiten lopen. Ze proberen de dazen te ontvluchten, raken in paniek en gaan rennen met allerlei nare gevolgen van dien. Sommige paarden blijven rennen, worden drijfnat van het zweet en krijgen als het ware een waas voor de ogen, waardoor ze niet meer aan hun eigen veiligheid noch aan die van andere paarden en mensen denken. Probeer dus te voorkomen dat je paard een prooi voor de dazen wordt.
  • Grote stekende insecten zoals dazen kunnen de virusziekte Equine Infectieuze Anemie (EIA) overbrengen door bloed-bloed contact (als de daas direct doorvliegt naar een ander paard om daar nogmaals bloed te zuigen en het paard besmet met het bloed met virusdeeltjes van het eerste paard). Er bestaat helaas geen vaccin of behandeling tegen EIA. Een besmet paard kan direct ernstig ziek zijn met hoge koorts en bloedarmoede. Een paard kan ook aan de ziekte overlijden. De ziekte komt voor zover bekend tot nu toe nog niet in Nederland voor. In Duitsland, België en Frankrijk duikt er af en toe een geval van EIA op, maar dat betreft doorgaans maar één of enkele paarden.
    Meer informatie over EIA vind je in berichtgeving van de Sectorraad Paarden.

Door het warmer wordende klimaat is het goed mogelijk dat dergelijke gevolgen in de toekomst meer betekenis gaan krijgen in de EU.

Bestrijding van dazen

Zo lang mensen paarden houden, wordt er al gezocht naar een oplossing voor het dazen-probleem.

Geurbeleving en zicht van de daas

Afb. 5: Regendaas, foto: Jock Oosterhof

Omdat dazen hun prooi niet lokaliseren op geur maar op zicht hebben anti-daassprays over het algemeen maar weinig effect. De geurbeleving van insecten is namelijk anders dan die van de mens: er zijn insecten die bloemen lekker vinden ruiken maar er zijn er ook die rottend vlees of uitwerpselen helemaal het einde vinden. En van de daas is het maar de vraag of ze wel kán ruiken. Toch blijkt in de praktijk dat zwetende paarden meer dazen aantrekken dan paarden die droog en koeler zijn.

Voorzorgsmaatregelen voor de ruiter

De overlast van dazen voor de ruiter kan het best voorkomen worden door bedekkende kleding van voldoende dikte te dragen. Daar kunnen de dazen niet doorheen bijten. Aangenomen wordt dat dazen aangetrokken worden door donkere kleuren, dus het dragen van lichte kleding helpt ook. De ruiter kan bij de apotheker allerlei insectwerende gels of sprays kopen. Maar nogmaals: dazen komen vooral af op donkere kleuren, warmte en beweging en worden amper afgeschrikt door geuren, dus veel effect hebben die middeltjes meestal niet.

Bescherming van je paard

  • Anti-daassprays; ook voor paarden geldt dat anti-daassprays over het algemeen maar weinig effect hebben. Sommigen werken aan het begin wel een beetje, maar zodra het paard begint te zweten, verliest het middel zijn werking. Er zijn verscheidene van deze sprays op de markt en je zou gewoon moeten proberen of ze voor jouw paard wel of niet voldoende werken.
  • Dazenvallen; een goede manier van het bestrijden van dazen is het plaatsen van één of meerdere dazenvallen in de wei of paddock. Dit is, naast de vliegendeken, de enige methode die aantoonbaar werkt zonder gifstoffen in het milieu te brengen. De zwarte bal wordt verwarmd door de zon, geeft daardoor warmtestraling af, beweegt langzaam heen en weer als een grazend dier, heeft een sterk contrast ten opzichte van de achtergrond en ziet er voor het primitieve brein van de daas dan ook precies uit als een aanlokkelijke prooi. Eenmaal op de bal aangekomen ontdekt de daas het bedrog, ze zal omhoog wegvliegen en uiteindelijk in de vangbeker terechtkomen. De dazenval blijkt heel doeltreffend te zijn (vermindering van dazen met 90 %). Het is wel nodig om minstens één dazenval per hectare te plaatsen.
  • Vliegendeken; een paard ‘inpakken’ met een vliegendeken is een effectieve manier om je paard in de wei en paddock te beschermen tegen dazen. Een deken met volledige bescherming van hals en hoofd is het beste. Alleen de onderbenen blijven vrij. Er zijn ook vliegendekens te koop die je kunt gebruiken tijdens het rijden of uitstappen van je paard.
Afb. 8: Een vliegendeken

Er is momenteel veel gaande betreffende wet- en regelgeving rond insectwerende middelen. Hierover binnenkort meer informatie.

 

Auteur: Dymphie van den Bergh | Tekst in samenwerking met Dinette Neuteboom