Voerproppen:

Kauwen is een essentieel onderdeel van een goede vertering en dus de gezondheid van het paard. Zie je proppen voer in de voerbak, dan lukt het je paard niet om het voer voldoende te verkleinen om door te slikken. Dit is een signaal dat je naar het gebit moet laten kijken. Anders krijgt het paard te weinig voer binnen en gaat vermageren. Daarnaast kan het wél doorslikken van half gekauwde happen hooi leiden tot een verstopping met nare gevolgen in de slokdarm of dunne darm.

Niet goed kunnen kauwen komt bij oudere paarden veel voor. De kiezen staan niet helemaal recht meer en ze slijten af. Soms zie je het ook bij jongere paarden, bijvoorbeeld tijdens het wisselen van de kiezen of bij een verkeerde stand van de kiezen.

Paarden passen de kauwkracht aan op het soort voer dat ze krijgen. Zo gebruiken ze minder kauwkracht op gras dan op hooi. Omdat hooi zeer verschillend kan zijn en dunne of dikkere stengels bevat, heeft het paard even tijd nodig de kauwkracht aan te passen. Soms zie je dat terug in veranderingen in de vertering en de mest als je plotseling het ruwvoer verandert. Reden om de verandering van voer meer geleidelijk te doen.

Ook na een serieuze gebitsbehandeling heeft het paard even tijd nodig om weer krachtig te kunnen kauwen. Tijdelijk een fijnere en zachtere kwaliteit hooi voeren of toegang tot  gras geven is beter dan grof en hard hooi. Want ondanks dat het paard misschien geen proppen in de voerbak laat vallen, kan de verteerbaarheid minder goed zijn. En dat is zeker voor paarden die koliekgevoelig zijn altijd een risico.