Als paardeneigenaar ben je verantwoordelijk voor de gezondheid en het welzijn van je paard. Wanneer ziekte voorkomen kan worden door je paard te beschermen (enten) tegen nare en soms dodelijke ziektes dan kan dat enkel toegejuicht worden. Vaccinaties zijn er niet voor niets, maar wat is een vaccinatie precies? Tegen welke aandoeningen kun je een paard beschermen?
Vaccinatie en de werking van het afweersysteem
Om beter aan te kunnen duiden hoe een vaccinatie precies werkt en waarom een vaccinatie wordt gegeven, gaan we eerst in op de werking van het afweersysteem van het paard. Er bestaan bij het paard namelijk twee vormen van afweer binnen het afweersysteem waarmee het lichaam zich beschermt tegen ziekteverwekkers:
- Aangeboren afweersysteem
De huid en slijmvliezen van het paard vormen de buitenste barrière tegen ziekteverwekkers. Naast externe bescherming heeft het paard intern ook een aspecifiek afweersysteem tegen een breed spectrum van pathogenen (ziekteverwekkers). Een voorbeeld hiervan zijn bepaalde types witte bloedcellen die in staat zijn om niet lichaamseigen materiaal op te ruimen. Deze witte bloedcellen worden via het bloed naar de plaats van een infectie gebracht; hier omsluiten ze de ziekteverwekker en vernietigen deze. De werking van het aangeboren afweersysteem is snel en treedt bijvoorbeeld in werking bij verwondingen (pusproductie). - Adaptieve immuunsysteem
Naast het brede spectrum van ziekteverwekkers die aspecifiek opgeruimd kunnen worden zijn er ook ziekteverwekkers die een andere aanpak nodig hebben. Ter bestrijding van specifieke virussen en bacteriën worden specifieke antistoffen en afweercellen aangemaakt. Dit proces neemt ongeveer 7 tot 10 dagen in beslag. Als deze specifieke antistoffen aangemaakt zijn onthoudt het immuunsysteem de desbetreffende ziekteverwekker, bij een volgende infectie met dezelfde ziekteverwekker is het immuunsysteem in staat om heel snel in te grijpen en ziekte te voorkomen.
Bij een eerste infectie is het adaptieve immuunsysteem niet snel genoeg om ziekten het hoofd te kunnen bieden en kunnen de ziekteverschijnselen ver vorderen envoor ernstige complicaties bij het paard zorgen. Gelukkig zijn er vaccins ontwikkeld die je paard hierin kunnen ondersteunen.
Bij injecteren van het vaccin wordt er eigenlijk een kleine hoeveelheid van de ziekteverwekker ingespoten waartegen gevaccineerd wordt. Dit zijn dode of geïnactiveerde ziekteverwekkers zodat de kans op het optreden van ziekte ten gevolge van de enting minimaal is. Toch reageert het lichaam van het paard op de geïnjecteerde stoffen en maakt antistoffen aan. Wanneer het paard daadwerkelijk geïnfecteerd raakt met de desbetreffende ziekteverwekker, is het adaptieve immunsysteem in staat direct te reageren en antistoffen aan te maken. Hierdoor kan de ziekteverwekker direct worden bestreden en wordt de beste kans geboden om ziekte te voorkomen.
Verschillende vaccinaties voor verschillende ziektes
Er zijn diverse ziektes waartegen je je paard kunt laten vaccineren. Naast het beschermen van je eigen paard vermijd je ook de verspreiding van ziektes naar andere paarden.
Influenza
Bij besmetting met het influenza virus ontwikkelt het paard een ontsteking van de voorste luchtwegen en de longen. De ziekte is gemakkelijk over te dragen door contact tussen paarden. Daarnaast kunnen bacteriën betrokken raken bij de ontsteking, wat de symptomen zal verergeren. Indien er ook bacteriën bij betrokken zijn, wordt de neusvloei dikker en slijmeriger. Daarnaast heeft het paard ook meer last van slijm in de luchtwegen. Voor veulens en paarden met een verminderde weerstand kan influenza zelfs dodelijke gevolgen hebben.
De basisenting bestaat uit een dubbele enting van het vaccin tegen influenza (griep). Wanneer er voor het eerst geënt wordt met dit vaccin moet er na 3 weken tot 3 maanden een vervolgenting toegediend worden om voldoende bescherming op te wekken. Daarna moet er jaarlijks geënt worden om de bescherming tegen influenza te behouden. Bij dracht is het advies om de merrie in de laatste 4 maanden van de dracht te enten. Hierdoor worden er via de moedermelk al antistoffen meegegeven aan het pasgeboren veulen. Dan hoeft het pas op zijn 6e levensmaand de eerste basisenting te krijgen.
Tetanus
Wanneer het paard een open wond, steekwond of een wond heeft met veel afstervend weefsel, kan de bacterie Clostridium Tetani dit wondgebied infecteren. Deze bacterie komt voor in de bodem. Wanneer het paard eenmaal geïnfecteerd is met deze bacterie is deze niet besmettelijk voor andere dieren of mensen. De wond wordt geïnfecteerd en de bacterie produceert een neurotoxine. Deze gifstof zorgt ervoor dat verschillende spiergroepen langzaam volledig verkrampen.
De symptomen van tetanus zijn als volgt (op volgorde van verloop ziektebeeld):
- Stijfheid van kauwspieren (ook wel kaakklem genoemd)
- Stijfheid van hoofd, hals en benen, dit kan ertoe leiden dat het paard om kan vallen en zichzelf verwondt
- Derde ooglid blijft zichtbaar staan (protrusie)
- Stijfheid van de tussenribspieren wat leidt tot verstikking van het paard
Het enten tegen tetanus is van levensbelang voor het paard. Hoewel alle zoogdieren deze bacterie kunnen oplopen, zijn paarden (samen met enkele andere diersoorten) hier extra gevoelig voor. De tetanus-vaccinatie begint ook met een dubbele enting net als bij de influenza-vaccinatie. Het vaccin tegen Tetanus zit meestal ook bij het vaccin tegen influenza inbegrepen.
Rhinopneumonie
De virale infectie Rhinopneumonie (kortweg ook wel Rhino genoemd) wordt veroorzaakt door het Equine Herpesvirus 1 en 4 (EHV1/4). Het virus veroorzaakt een infectie aan de voorste luchtwegen. Vooral in het najaar en de winter kan er een piek ontstaan van infecties met dit zeer besmettelijke virus. Doordat de meeste paarden dan op stal staan is er meer direct onderling contact en zal het sneller worden overgedragen. Bij uitbraak van rhinopneumonie ontstaat er vaak een epidemie. Het virus kent een drietal verschijningen met ieder weer hun eigen symptomen:
- Verkoudheidsvorm
Dit is de meest voorkomende vorm van Rhinopneumonie waarbij het paard na enkele dagen tot een week ziekteverschijnselen laat zien. Het paard heeft verminderde eetlust, gezwollen lymfeknopen, soms gezwollen benen, neusuitvloeiing en koorts. Meestal verloopt deze vorm rustig en zorgt het niet voor ernstige complicaties. Veulens en paarden met een verminderde weerstand zijn wel een grotere risicogroep. Evenals bij influenza kan het zijn dat er bij de ontsteking van de voorste luchtwegen een bacteriële infectie ontstaat. Tegen deze vorm van Rhinopneumonie dient tweemaal per jaar geënt te worden. Men adviseert vaak de gehele stal in één keer te enten. - Abortusvorm
Een drachtige merrie kan in aanraking komen met het virus waarbij de placenta geïnfecteerd kan raken. Vervolgens vermenigvuldigt het virus zich en wordt het ongeboren veulen geïnfecteerd. Dit heeft abortus tot gevolg of de geboorte van een zeer zwak veulen dat binnen enkele dagen sterft. De abortus vindt meestal plaats op enkele maanden na de infectie met het virus. De vaccinatie tegen deze vorm is niet zo heel betrouwbaar en dient viermaal per jaar (waaronder op maand 5, 7 en 9 van de dracht) gegeven te worden. Desondanks is een abortus niet altijd te voorkomen. - Neurologische vorm
Dit is een minder vaak voorkomende vorm van het Rhinopneumonie virus, waarbij het zenuwstelsel aangetast wordt. Het paard laat zijn staart hangen en krijgt last van evenwichtsproblemen, aanvankelijk met de achterbenen. Paarden kunnen er ernstig verlamd door raken waarbij het paard valt en niet meer kan opstaan. Blaasverlamming en niet meer kunnen mesten zijn ook symptomen van een vergevorderde staat van deze neurologische vorm. De enting levert slechts een beperkte bescherming tegen deze verschijningsvorm. Echter, door te enten kan de verspreiding van het virus in de koppel wel worden beperkt.
TIP | Bekijk de video's over Rhino en EHV
Droes
Droes is een zeer besmettelijke bacteriële ziekte veroorzaakt door de bacterie Streptococcus Equi Equi. Factoren die meespelen bij de besmetting zijn o.a. de leeftijd van het paard ( droes komt voornamelijk voor bij jonge en oude paarden), stress en de hoeveelheid contact met andere paarden op vreemd terrein. Binnen 3 tot 14 dagen na besmetting laten de ziekteverschijnselen zich zien, in volgorde van het ziekteverloop:
- Koorts
- Hoesten
- Zwelling van lymfklieren bij de keel
- Neusuitvloeiing
- Slikproblemen
- Paard staat met gestrekte hals
- Doorbraak van lymfeklieren
Er is een enting tegen droes verkrijgbaar. De vaccinatie is geschikt voor paarden vanaf de leeftijd van vier maanden. Het vaccin wordt toegediend door een injectie van een kleine dosis in de bovenlip. Het vaccinatieschema ziet er als volgt uit:
- Basisvaccinatie: twee vaccinaties met een interval van vier weken
- Herhalingsvaccinatie: vaccinatie om de 3 maanden
Bij een droesuitbraak tussen de 3 tot 6 maanden na de basisvaccinatie, geeft een herhalingsvaccinatie een snel herstel van de immuniteit tegen droes. Het wordt aanbevolen om alle paarden in een stal te vaccineren. Vraag je paardendierenarts om het juiste vaccinatieschema voor jouw paard of veulen.
Bekijk de video over Droes
West Nijl virus
Het West Nijl virus (WNV) is een virus dat van oorsprong uit Afrika komt. Vooral de laatste jaren is het virus verder verspreid naar het Noorden en Amerika. Het virus heeft een incubatietijd (tijdsperiode van moment van infectie tot de symptomen zich laten zien) van 5 tot 15 dagen.
Bij infectie van het virus worden zenuwcellen in de hersenen en het ruggenmerg beschadigd en de infectie geeft de volgende symptomen:
- Koorts
- Verminderde eetlust
- Zwakke spiertrillingen
- Spierverlammingen
- Plotselinge dood in 30-40 procent van de gevallen
Het vaccineren tegen WNV is mogelijk. Dit vergroot de bescherming tegen WNV aanzienlijk, maar biedt geen complete bescherming. WNV is niet overdraagbaar tussen paarden onderling, vaccinatie voorkomt dus niet de verspreiding van de ziekte.
Bekijk de video over het West Nijl virus
Huidschimmel
Het vaccin tegen schimmels kan naast bestrijdingsmiddel ook ter preventie gebruikt worden. Wanneer je paard voor het eerst geënt wordt dient er een vervolgenting te zijn binnen twee weken. Vervolgens voldoet een jaarlijkse vaccinatie. Schimmel is (in tegenstelling tot de eerder genoemde ziekten) een zoönose. Zoönose houdt in dat de infectie ook overdraagbaar is op mensen.
Wettelijke verplichtingen
Als eigenaar van je paard ben je enkel verplicht je paard te laten enten tegen influenza bij deelname aan wedstrijden en keuringen. Wanneer een paard internationaal wordt uitgebracht, is het volgens richtlijnen van de FEI zelfs verplicht het paard twee keer per jaar tegen Influenza te enten. Sommige pensionstallen stellen aanvullende eisen aan vaccinaties tegen overige ziekten bij uw paard.
Voorkomen is beter dan genezen! Bedenk en bespreek met je dierenarts de situatie van je paard, de leefomgeving en de risico´s die het eventueel loopt. Zo kan er bepaald worden welke vaccinaties jouw paard kunnen ondersteunen bij zijn gezondheid en welzijn.