Paardenarts
Zoek op aandoening of onderwerp
Leestijd: 4 minuten

Een paard is van nature een vluchtdier. Dit betekent dat wanneer het paard zich in een bedreigende situatie bevindt, het zich zo snel mogelijk uit deze situatie wil brengen door te vluchten. Is vluchten niet mogelijk, dan is de kans aanwezig dat het paard zich zal afweren (slaan/bijten) om de dreiging weg te nemen. Wanneer er een handeling bij een paard uitgevoerd moet worden, welke voor het dier als bedreigend, beangstigend of pijnlijk kan worden ervaren, is het verstandig om het paard te sederen. Sedatie houdt in dat het paard ‘rustig’ wordt gemaakt. De handelingen kunnen vervolgens met zo weinig mogelijk stress voor het paard worden uitgevoerd, hetgeen de kans op gevaarlijke situaties voor paard en omstanders verkleint.

Staande sedatie

De Latijnse vertaling van sedatie is ‘tot bedaren brengen’. Het paard zal bij sedatie een minder alert bewustzijn en een verminderd reactievermogen hebben. Het zal echter niet door de benen zakken. Er wordt dan ook wel gesproken van een ‘staande sedatie’. Voor een staande sedatie wordt bijvoorbeeld gekozen bij een gebitsbehandeling, scheerbeurt, het hechten van kleine wonden aan hoofd of benen.

Gehele narcose

Wanneer er een ingrijpende operatie bij een paard uitgevoerd dient te worden, zal het paard onder gehele narcose gebracht worden.

Afb. 1: Liggende castratie, onder volledige narcose

Waarom sederen?

Naast het voordeel van het werken in een veiligere situatie voor mens en paard, is de handeling voor een paard ook minder stressvol bij een goede sedatie. Belangrijk om te weten is dat als een paard al gestresst is geraakt voordat een sedatie is toegediend, het toedienen van een sedatie minder of zelfs niet meer zal werken.

Wijze van sedatie

Er zijn drie manieren om een paard te sederen:

  • Orale sedatie
  • Intraveneuze sedatie
  • Praam

Buiten alle middelen die toegediend kunnen worden is het van het allergrootste belang dat de handelingen die aan het paard worden uitgevoerd rustig maar efficiënt gebeuren. Zorg er voor dat alle spullen die nodig zijn onder handbereik liggen en dat iedere betrokkene zijn of haar taak kent. Op deze manier wordt het paard zo weinig mogelijk geëxciteerd en beperk je de kans op ongelukken.

Orale sedatie

Bij een orale sedatie wordt een spuit met kalmeringsgel toegediend via de mond. De inwerktijd van deze gel ligt meestal tussen 30 en 60 minuten. De werkingsduur verschilt per paard, maar is gemiddeld 1 tot 2 uur. Er zijn diverse (geregistreerde) kalmeringsmiddelen/-gels op de markt. Deze middelen zijn op recept verkrijgbaar, maar mogen wel door de paardenhouder zelf toegediend worden.

Intraveneuze sedatie

Bij een intraveneuze sedatie brengt een dierenarts het kalmeringsmiddel door middel van een injectie rechtstreeks in de bloedbaan. De inwerktijd ligt, afhankelijk van het gekozen middel tussen de 2 tot 5 minuten. De werkingsduur ligt rond de 45-60 minuten en is sterk afhankelijk van het type paard en het middel waarmee gesedeerd wordt. Karakter, bouw en eerder opgedane ervaringen spelen in sommige gevallen ook een belangrijke rol.

Praam

In veel gevallen is het mogelijk om het paard te sederen met een praam. Door de druk van de tourniquet op de bovenlip worden er in het lichaam endorfinen (rustgevende stoffen) vrijgemaakt. Deze stoffen immobiliseren het paard enigszins en zorgen voor een afname van het bewustzijn. Er moet goed op worden gelet dat de praam niet te los, maar zeker ook niet te strak wordt gedraaid. Over het algemeen kan een paard ongeveer 15 minuten worden gesedeerd met een praam, daarna komt het dier in veel gevallen weer door de sedatie heen. Laat je bij het eerste gebruik van een praam altijd goed adviseren door een ervaringsdeskundige of je dierenarts.

Afb. 2: Paard met praam

Dosis van de sedatie hangt af van type paard

De hoeveelheid kalmeringsmiddel die toegediend wordt hangt erg af van het individuele paard. Paarden die meer naar het koudbloed-type neigen, zoals een Fries, Haflinger, Tinker, etc. kunnen vaak toe met een lagere dosis dan een paard wat hoger in het bloed staat zoals een warmbloed of volbloed. Bij de meer warmbloedige paarden is het dan ook uiterst belangrijk dat er van te voren een juiste inschatting gemaakt wordt of het paard een sedatie nodig heeft. Als het paard tijdens de behandeling toch nerveus en gespannen raakt, zal het kalmeringsmiddel minder of niet meer werken door de adrenaline die het paard al aangemaakt heeft.

De meeste kalmeringsgellen die oraal toegediend worden via een spuit in de mond, bevatten duidelijke doseringen op de injectiespuit. Over het algemeen genomen is een hele spuit voor een paard van rond de 600 kg en kan het paard hiermee voldoende worden gesedeerd. Het is dus van belang om voor toediening te weten wat je paard (ongeveer) weegt. Wanneer het kalmeringsmiddel door een dierenarts intraveneus wordt ingebracht, zal de dierenarts altijd inschatten hoe zwaar het paard ongeveer is.

Bijwerkingen van sedatie

  • Een paard wat gesedeerd is zal zijn hoofd laten zakken en in sommige gevallen wat wankel staan.
  • Het algehele reactievermogen van het paard is minder en het paard komt in zijn gedrag passief over.
  • Wanneer het paard nog moet bewegen om eventueel verplaatst te worden, moet men er rekening mee houden dat het paard ongecoördineerd loopt.
  • Korte wendingen moeten vermeden worden, omdat het paard dan om zou kunnen vallen.
  • De meeste paarden gaan transpireren, dit komt doordat veel middelen die gebruikt worden bij sedatie enige invloed hebben op de activiteit van zweetklieren. Staat het paard nog met een deken op, dan kan deze het beste tijdelijk afgehaald worden om overtollig zweten te voorkomen.
  • Doordat het gehele lichaam in een minder actieve staat gebracht is bij een sedatie, zal ook de werking van de slokdarm en spijsvertering minder snel functioneren. Om die reden mag een paard geen kracht- of ruwvoer eten totdat het dier weer volledig bij bewustzijn is. Eventuele voerresten dienen dan ook uit zijn box verwijderd te worden.

Verdere bijwerkingen zijn sterk afhankelijk van het gekozen middel voor sedatie, een dierenarts zal altijd rekening houden met deze bijwerkingen in relatie tot de individuele patiënt.

 

Auteur: Mark van Manen | Tekst in samenwerking met Martsje Bergsma

Gerelateerde rubrieken