Paardenarts
Zoek op aandoening of onderwerp
Leestijd: 6 minuten

Testosteronproductie in de testikels zorgt bij de hengst voor de ontwikkeling van uiterlijke geslachtskenmerken en hengstengedrag. Hengsten kunnen hierdoor bijvoorbeeld dominant gedrag vertonen. Dit gedrag kan voor problemen zorgen in de omgang met andere paarden of voor gevaarlijke situaties zorgen in de omgang met mensen. De voortplantingsdrift kan natuurlijk ook voor ongewenst nageslacht zorgen. Kortom, er zijn verschillende redenen om castratie te overwegen. Hoe gaat castratie in zijn werk en wat zijn de voor- en nadelen hiervan?

Waarom castreren?

De helft van de veulens die jaarlijks geboren worden is hengst, maar slechts een klein gedeelte van deze hengsten kan zich in de fokkerij bewijzen. Het merendeel wordt gebruikt in de sport en recreatie. Hengstengedrag kan in de sport en recreatie als lastig worden ervaren, wat reden kan zijn om castratie te overwegen. Bovendien zijn er steeds meer stallen die geen hengsten accepteren, omdat hengsten om meerdere redenen niet gezamenlijk met andere paarden in de weide kunnen staan.

Het juiste moment voor castratie

Castratie schakelt de testosteronproductie van het paard uit. Dit hormoon zorgt voor de ontwikkeling van typische lichaamskenmerken zoals zwaardere bespiering en meer hals maar ook hengstengedrag zoals bijten, showgedrag en snel afgeleid zijn door (hengstige) merries. Het moment van castratie is van diverse factoren afhankelijk.

 

  • In de praktijk blijkt dat hengsten meestal worden gecastreerd in de leeftijd van één tot twee jaar.
  • Ook kun je afwachten of het paard wordt goedgekeurd als dekhengst. Indien het paard daarvoor niet geschikt blijkt, dan wordt het doorgaans pas op latere leeftijd (drie à vier jaar) gecastreerd.
  • De hengst moet in goede algehele conditie zijn voor een castratie. Dit betekent dat het paard geen koorts, infecties of wormen heeft. Een gezond paard is minder vatbaar voor infecties na de ingreep. De dierenarts moet controleren of beide testikels in de balzak zijn ingedaald en of er geen darmen in de balzak zitten. De paardenarts houdt met diverse factoren rekening bij het bepalen van de castatiemethode.
  • Naast de gekozen castratiemethode kan het seizoen van invloed zijn op het moment van castreren. Bij bepaalde castratiemethoden wordt de operatiewond niet gesloten. In dergelijke situaties is een schone omgeving (stal/weide) van belang voor een goed herstel. Het voorjaar is dan de beste tijd, omdat de weiden groen zijn en het aantal insecten ten opzichte van de zomer beperkt is.

Castratiemethoden

Er zijn verschillende manieren om een hengst te castreren. In de eerste plaats is er een onderscheid tussen de plaats waar deze chirurgische ingreep plaats kan vinden. Bij castratie in een operatiezaal op een kliniek is de kans op complicaties het kleinst omdat er veilig en schoon gewerkt kan worden. Sommige paardenartsen castreren hengsten ook thuis. Het spreekt voor zich dat de omstandigheden dan niet zo schoon en veilig kunnen zijn als in een kliniek en dat de kans op complicaties significant groter is.

Castraties kunnen ook worden onderverdeeld in castraties bij het staande danwel bij het liggende paard.

Staande castratie

Bij het staande paard vindt de castratie plaats onder sedatie en lokale verdoving. Doordat het paard nog kan bewegen en er niet volledig steriel gewerkt kan worden, is de kans op complicaties bij deze methode groot. Daarbij is de ingreep bij het staande paard vaak niet volledig gevoelloos wat voor vervelende situaties kan zorgen.

Liggende castratie

Liggende castraties vinden daarentegen onder volledige narcose plaats, het paard voelt niets van de castratie en er kan veilig en schoon worden gewerkt. De meeste paardenartsen kiezen voor een castratie bij het liggende paard omdat dit veruit de veiligste en schoonste werkomstandigheden creëert.

Afb. 1: Liggende castratie

Castratietechnieken

Naast de keuze voor staande of liggende castratie, zijn er verschillende technieken die de paardenarts kan toepassen, namelijk onbedekte, halfbedekte en bedekte castratie. De paardenarts zal een zorgvuldige afweging maken over de toe te passen castratiemethode.

Om de verschillende castratietechnieken te begrijpen, is een korte uitleg over de anatomie van het paard van belang.

De testikel van een veulen wordt gevormd in de buikholte en daalt tijdens de dracht af richting de lies. Wanneer het veulen geboren is, dalen de testikels verder af de balzak in. De balzak (A) is dus niet direct zichtbaar. De testikels in de balzak zijn omhuld door een voortzetting van het buikvlies (B), tunica vaginalis genaamd. Hierbinnen ligt de zaadstreng, de testikel (D) en de bijbal (C). In de testikel worden testosteron en zaadcellen geproduceerd. De zaadcellen worden opgeslagen in de bijbal.

Afb. 2: Anatomie balzak paard

Onbedekte castratie

Onbedekt castreren wordt doorgaans staand uitgevoerd. Tijdens de castratie wordt een snede gemaakt door de balzak en de tunica vaginalis heen. Hierdoor komt de testikel als het ware onbedekt te liggen. De zaadstreng wordt met een speciale tang gekneusd en vervolgens afgebonden door een ligatuur. Dit stevige hechtdraad legt de paardenarts om de zaadstreng heen en wordt daarna stevig aangetrokken zodat de bloedvaten dichtgebonden worden. Hierna wordt de zaadstreng doorgeknipt en de testikel verwijderd.

Bij deze castratiemethode ontstaat een open verbinding met de buikholte. Het grote nadeel van deze methode is dat wanneer een wondinfectie na de ingreep optreedt, de open verbinding kan leiden tot buikvliesontsteking. De kans op infecties bij deze wijze van castreren is groot. Bovendien bestaat het risico dat de inhoud van de buikholte, zoals vet of darmen, naar buiten komt. Een dergelijke situatie is levensbedreigend en heeft in vrijwel alle gevallen een dodelijke afloop.

Halfbedekte castratie

Tijdens de halfbedekte castratie wordt een snee gemaakt in de balzak en het onderhuidse bindweefsel. Door deze snede kan de gehele testikel, deels gehuld in de uitstulping van het buikvlies (tunica vaginalis) naar buiten worden gehaald. De zaadstreng die nu nog omhuld is door de tunica vaginalis wordt gekneusd en afgebonden met een ligatuur, waarna dit kan worden afgeknipt en verwijderd. De snede in de balzak wordt niet gehecht maar open gelaten zodat eventueel vocht afkomstig uit de wond kan wegstromen. De wond groeit van nature weer dicht.

Afb. 3: Halfbedekte castratie

Één van de voordelen van de halfbedekte castratie is dat er geen open verbinding met de buikholte bestaat omdat de tunica vaginalis tijdens de ingreep om de zaadstreng ligt en door de ligatuur wordt dichtgebonden. Halfbedekte castraties worden doorgaans liggend uitgevoerd waarbij het paard volledig onder narcose is. De paardenarts kan hierdoor overal goed bij en kan daardoor schoon en efficiënt de operatie uitvoeren. Tevens is de kans op besmetting van de operatiewond kleiner omdat er schoner gewerkt kan worden. Een nadeel van deze methode is het feit dat het paard volledig onder narcose gaat. Dit vereist professionele (na)zorg.

Bedekte castratie

Bedekte castratie kan enkel worden uitgevoerd in liggende positie. Tijdens deze techniek wordt enkel de huid en de onderliggende laag open gemaakt. Vaak wordt de zaadstreng benaderd vanuit twee kleine sneden in de lies van het paard. Na het identificeren van de zaadstreng (liggend in de omhullende vliezen) wordt deze samen met de testikel losgemaakt van het omliggende weefsel. Net als tijdens de halfbedekte castratie wordt nu de zaadstreng die nog bedekt is door de tunica vaginalis gekneusd, geligeerd en vervolgens verwijderd. De snedes die in de lies worden gemaakt worden gehecht. Het voordeel van deze castratiewijze (via de lies) is de zeer kleine kans op complicaties en is uitermate geschikt om wat oudere hengsten te castreren. Het paard heeft na een castratie via de lies, net als bij andere soorten castraties, professionele nazorg nodig.

Klophengstcastratie

Wanneer één of beide testikels van het paard nog niet zijn ingedaald en zich dus nog in de buikholte of lieskanaal bevinden, spreekt men van een klophengst. Afhankelijk van de plek waar de testikel zich bevindt, zijn er twee manieren om de testikel te verwijderen. In het geval van een niet ingedaalde testikel in het lieskanaal, kan de testikel van het paard via de lies worden verwijderd. Bij testikels die zich nog in de buik bevinden, kan de paardenarts de testikel via een kijkoperatie weghalen.

Verzorging na castratie

De paardenarts zal na de castratie advies geven over de verzorging na de castratie. Het is raadzaam om de wond droog te houden (niet afspuiten met water) en de temperatuur van het paard te monitoren. Daarnaast moet de zwelling van de balzak dagelijks bekeken worden. Indien de lichaamstemperatuur van het paard hoger dan 38,0 graden is of de zwelling toeneemt, dan is het van belang om contact op te nemen met de paardenkliniek voor advies.

 

Auteur: Mark van Manen

Gerelateerde rubrieken