Nieuw! Online Masterclass 'Ruwvoer beoordelen en ruwvoeranalyse' > Kijk direct, incl. Live Q&A op 27 maart > Meer info
Paardenarts
Zoek op aandoening of onderwerp
Leestijd: 3 minuten

Veelal wordt er door dierenartsen, instructeurs en andere hippische specialisten gesproken over het exterieur van het paard (letterlijk betekent exterieur ‘de buitenzijde’). Het is voor elke paardenhouder dan ook de moeite waard om zich te verdiepen in de verschillende onderdelen die het exterieur bepalen. Enerzijds om bijvoorbeeld een dierenarts beter te woord te kunnen staan wanneer een paard afwijkingen aan een deel van het lichaam vertoont, anderzijds omdat het exterieur een nauwe relatie heeft met de (on)mogelijkheden van een paard. Binnen de fokkerij wordt op elke keuring, ongeacht het ras, het paard exterieurmatig beoordeeld.

In dit artikel lees je meer over exterieurkenmerken van een paard.

Paardenarts.nl - Anatomie paard - exterieur uitgelicht

Als uitgangspunt wordt in deze serie het KWPN-paard genomen. Het is van belang om je te realiseren dat de gewenste exterieurkenmerken van het KWPN kunnen verschillen van de gewenste kenmerken van een ander ras. Wil je specifieke informatie over de gewenste kenmerken van een ander ras? Neem dan contact op met desbetreffend stamboek.

Het paardenlichaam wordt als volgt onderverdeeld:

  • Totaaloverzicht
  • Hoofd en hals, voorhand
  • Middenhand
  • Achterhand
  • Beenstanden

Dit is het eerste deel van de serie ‘Anatomie van het paard’. De komende periode verschijnen er zo’n 20 delen die gezamenlijk de volledige anatomie van het paard zullen behandelen. Van huid tot skelet tot de verschillende orgaansystemen.

Totaaloverzicht

Wanneer men een paard exterieurmatig per onderdeel wil beoordelen is het van belang dat men eerst inzicht heeft in het paard als geheel. Hierbij wordt gekeken naar:

  • Onderlinge verhoudingen
  • Romprichting en model van het paard
  • Lengte voorbeen / beenwerk

Het exterieur van een paard zal voornamelijk bij het staande paard bekeken worden. Dit houdt in dat het paard op een vlakke ondergrond geplaatst wordt, waarbij het gewicht op alle vier benen verdeeld staat. Om alle beenstanden goed van opzij te kunnen bekijken, wordt het paard in de zogenoemde ‘open stand’ opgesteld. Dat wil zeggen dat het voor- en achterbeen die het dichtst bij de beoordelaar staan iets verder uit elkaar staan dan de ‘verste’ twee benen.

Voor een goed totaal overzicht staat de beoordelaar ongeveer op een afstand van 3 meter van het paard af.

Onderlinge verhoudingen

Om deze verdeling goed onderling te kunnen vergelijken kunnen 4 denkbeeldige verticale lijnen getrokken worden:

Paardenarts.nl - Anatomie paard - exterieur totaalbeeld 4 lijnen
Afb. 1.1:

Van links naar rechts (afb. 1.1.):

  • Lijn 1: voor langs de boeg van het paard
  • Lijn 2: achter de schoft van het paard
  • Lijn 3: door de heupbeenknobbel van het paard
  • Lijn 4: achter langs de zitbeenknobbel van het paard

Bij een correct gebouwd paard zullen nagenoeg 3 gelijke stukken te zien zijn met een verhouding van 1 : 1 : 1

De term ‘voorhand’ is geen officiële medische term en wordt in teksten vaak verschillend aangeduid. In de teksten van Paardenarts.nl houden we bij de voorhand het gedeelte van de voorzijde van de boeg tot de achterzijde van de schoft aan. Het hoofd en de hals worden apart besproken.

Paardenarts.nl - Anatomie paard - exterieur vierkantsmodel
Afb. 1.5: Vierkantsmodel

Romprichting en model van het paard

Er zijn nog enkele denkbeeldige lijnen te maken op het paard. Deze geven een beeld van de romprichting en het model van het paard. Het paard kan in het vierkants- of rechthoeksmodel staan. Wanneer de denkbeeldige lijn van boeg tot zitbeenknobbel (dit is de lengte) (ongeveer) gelijk is aan de schofthoogte, spreekt men van een vierkantsmodel (afb. 1.5). Een paard staat in het rechthoeksmodel wanneer de lengte groter is dan de hoogte.

De romprichting wordt bepaald door de lijn die getrokken wordt door het midden van de romp (horizontale lichaamsas) ten opzichte van de horizontaal. Wanneer de lichaamsas bij de voorhand hoger licht dan bij de achterhand is de romp opwaarts gericht.

Lengte voorbeen

Er is een sterke relatie tussen de lengte van het voorbeen en de romprichting. De lengte van het voorbeen is te bepalen door de afstand te meten tussen de elleboog van het paard en de grond. Deze lengte moet minstens in een verhouding van 1:1 staan met de rompdiepte (lengte van schoft tot elleboog). Wanneer het voorbeen korter is dan de rompdiepte, is het paard kortbenig en zal eerder een neerwaartse romprichting vertonen.

Auteur: Mark van Manen (i.s.m. Morgan Lashley), tekst met dank aan Martsje Bergsma