Zoveel mogelijk hooi of voordroog inslaan zorgt voor een stabiele voersituatie en vermindert verteringsklachten. Elke voerovergang, ook van ruwvoer, is namelijk een risicomoment. Als het hooi of voordroog tijdens de opslag gaat bederven ontstaat er een probleem. Het is dus heel belangrijk dat je de juiste keuze maakt in het voer wat je koopt en dat je de opslag goed voor elkaar hebt. Is het hooi net niet goed genoeg gedroogd dan kan schimmel “roet” in het eten gooien.
Drogen “tot je een ons weegt”
Het drogen van gras tot hooi zorgt ervoor dat bacteriën en schimmels geen kans maken om het product te bederven. Goed droog hooi bevat zo weinig water, dat deze micro-organismen er slecht in overleven. Het is niet eenvoudig om gras heel gelijkmatig en voldoende droog te krijgen. Zeker niet in voor- en najaar als de dauw de vochtigheid in het gemaaide gras doet toenemen. Het gras dient door en door droog te zijn. Bij dikkere stengels kan het lang duren voordat deze ook een hoog drogestofgehalte hebben bereikt. Als alles een drogestofgehalte heeft van 85%, zal het hooi goed bewaard kunnen worden. Dit kan afhankelijk van de maaisnede, luchtvochtigheid, wind en temperatuur 7 tot 10 dagen duren.

Vochtig hooi beschimmeld
Na het drogen en schudden van het gras wordt het geperst in grote of kleine balen. Pas geperste balen kunnen wat nabroeien. Broei is feitelijk de verbranding die in plantencellen doorgaat, omdat ze nog niet voldoende zijn afgestorven. Dit proces duurt langer bij relatief vochtig hooi. Maar ook bij een slechte ventilatie kan de warmteproductie, die hier weer bij optreedt, leiden tot verergering van het proces en schade aan het hooi geven. Verbranding van de plantencellen betekent afbraak van energie en eiwit. Als de warmte niet weg kan, leidt dit in de ergste gevallen tot hooibrand. Beperkte broei is niet schadelijk voor de gezondheid van het paard. Hooguit is de voederwaarde wat verminderd (eiwit is verbrand). Echter, er is een stelregel die zegt “na broei komt schimmel”. In deze warme en licht vochtige omgeving gedijen schimmels heel goed.
Opslag van hooi
Hooi ligt uiteraard altijd binnen. Een goede ventilatie is belangrijk. Je kan de opslag niet hermetisch afsluiten. Met het pakken van het hooi in de opslag houdt je er rekening mee dat de ruimte tussen de hooibalen voldoende is om de ventilatie te stimuleren.
Hooibalen die aan de randen liggen en door regeninval vochtig kunnen worden, gaan aan de buitenkant beschimmelen. Dit is meestal goed te zien door de verkleuring, die wit of donker kan zijn. Het hoeft niet te betekenen dat het hele pak is bedorven. Door goed te kijken en te ruiken beoordeel je wat er nog goed is en gevoerd kan worden.
Schimmel ontdekken
Bij het openen van een hooibaal krijg je een goede indruk van de kwaliteit. Valt het losjes uit elkaar of is het zeer vast aan elkaar geplakt? Ruikt het fris of zit er een “luchtje” aan? Komt het stof je tegemoet en moet je er zelf van hoesten? Er zijn allerlei signalen die wijzen naar schimmel. Het is eenvoudig te herkennen als het zo erg is dat het hooi verkleurde plekken heeft. Zit dat binnenin het pak, dan is de kans groot dat alles bedorven is. Voordat het zover is, kan de schimmel aanwezig zijn, maar zie je het nog niet. Schimmels ruiken niet fris, geven een muffe geur, soms wat zurig, en als je denkt aan paddenstoelen, dan kan dat de geur van schimmel zijn. Bepaalde schimmels zorgen ervoor dat het hooi heel stevig aan elkaar vastplakt. Dus krijg je het hooi niet makkelijk losgeschud, dan is dat ook een teken aan de wand. Stof in hooi is ook vaak het gevolg van schimmelgroei. En maakt het hooi niet als zodanig geschikt om te voeren.
Luchtweg- en darmklachten
De twee belangrijkste gevolgen van het voeren van beschimmeld ruwvoer zijn aantasting van de luchtwegen en verandering in de vertering, met name in de darmflora. Hoestklachten komen heel vaak doordat het paard stoffig (beschimmeld) hooi krijgt. En als ze er eenmaal gevoelig voor zijn (allergie ontwikkelen) is een kleine hoeveelheid al voldoende om klachten te geven. Schimmels kunnen ook in de darmflora veranderingen geven waardoor de verteerbaarheid van het voer verandert. Dunne mest of mestwater zijn hier gevolgen van.
Hooi stomen of weken
Bij voorkeur voer je natuurlijk geen beschimmeld hooi. Het is niet altijd makkelijk te zien of te ruiken. Voor paarden die gevoelig zijn – of als je het risico op een allergische reactie zoveel mogelijk wilt vermijden – kan je het hooi stomen. Voldoende lang stomen (minimaal 60 min) zorgt ervoor dat het stof verdwijnt en de schimmeltoxinen verloren gaan. Zij zijn de belangrijkste boosdoeners.
Stof in hooi kan je ook verminderen door het hooi in water te leggen en doornat te maken. Maar dit doodt niet de schimmeltoxinen. En bacteriën nemen sterk in aantal toe in nat hooi. Door het kort in water te weken en snel te voeren hoeft dit geen groot risico te zijn.