Paardenarts
Zoek op aandoening of onderwerp

Om aandoeningen als White Line Disease beter te begrijpen is het zinvol om inzicht te hebben in de anatomie van de hoefschoen, de hoornwand en zijn verbinding met de hoeflederhuid waar onder andere het hoefbeen in is ingebed.

Afb. 1: Hoef zijaanzicht

De hoefschoen van een paard

De hoornschoen of hoefschoen is de harde bescherming rondom de levende delen van de hoef. De hoornschoen bestaat uit hoefwand en zool, straal, steunsels en hoefballen. De levende weefsels in de hoef zijn omgeven door de hoeflederhuid (pododerma) die hoorn produceert én de verbinding realiseert van de levende delen met de hoornschoen.

Afb. 2: Schematische weergave hoefschoen

Onder de hoefwand ligt de wandlederhuid die onverbrekelijk is verbonden met de buitenzijde van het hoefbeen. Aan de achterzijde van het hoefbeen is de diepe buigpees aangehecht. Direct achter het hoefgewricht ligt het straalbeen met zijn slijmbeurs. Het verende straalkussen vult de ruimte onder deze structuren op. De onderzijde van het kroonbeen ligt ook binnen de hoornschoen en heeft met het hoefbeen contact in het hoefgewricht.

Afb. 3: Schematisch figuur lengtedoorsnede normale hoef

Hoornwand

De hoornwand is de stevige, beschermende hoornlaag aan de buitenzijde van de hoef. De hoornwand wordt continu vanuit de kroonrand aangemaakt in drie lagen door respectievelijk zoom- en kroonlederhuid. Het nieuw geproduceerde hoorn duwt het eerder geproduceerde hoorn naar beneden. Het duurt ongeveer een jaar voordat het in de kroonrand gevormde hoorn het contactvlak met de grond bereikt. De hoornwand bestaat in dwarsdoorsnede uit de ‘buitenste’, ‘middelste’ en ‘binnenste laag’.

De ‘buitenste laag’ van de hoornwand is het dunne glanzende laagje op de hoefwand. Daarbinnen ligt de harde, dikke ‘middelste laag’ waarvan het smalle deel wat tegen de ‘binnenste laag’ ligt altijd opvallend wit is. Dit deel van de ‘middelste laag’ van de hoornwand is ook witter dan de zogenaamde witte lijn of white line van de hoefzool. De benaming van de witte lijn of white line, waarmee de complexe, lamellaire verbinding tussen hoornwand en lederhuid wordt bedoeld, is dus verwarrend. De ‘binnenste laag’ van de hoornwand bestaat aan de zijde van de lederhuid uit zeer veel verticaal gepositioneerde lamellen van zachter, lichtgeel gekleurde hoorn die een zeer belangrijke rol spelen bij de bevestiging van het hoefbeen in de hoefschoen.

Onderzijde van de hoef (zool, straal, steunsels, hoefballen)

De onderzijde van de hoef, bestaat uit zool, straal, steunsels en hoefballen en is volledig van hoorn. De eigenschappen van het hoorn van zool, straal, steunsel en hoefbal zijn verschillend. Onder het hoefbeen wordt het harde, grove en elastische hoorn gevormd door de zoollederhuid. In het gebied van de straal produceert de straallederhuid veerkrachtig, fijnvezelig hoorn. Ook de eigenschappen van het hoorn dat geproduceerd wordt door steunsellederhuid en ballederhuid zijn weer aangepast aan hun functie.

Afb. 4: Onderzijde hoef

Kroonrand

In de kroonrand, de boven begrenzing van de hoef, wordt door delen van de hoeflederhuid, de hoornwand geproduceerd. Bij beschadigingen of ontstekingen van de hoeflederhuid van de kroonrand kan de hoornvorming voor lange of korte tijd gestopt worden, waardoor zonder adequate behandeling een afwijkende hoornlaag of hoefvorm kan ontstaan.

Lederhuid

De levende weefsels in de hoefschoen zijn omgeven door de hoeflederhuid, pododerma of ook wel ‘het leven’ van de hoef genoemd. De hoeflederhuid kan hoorn produceren én realiseert de verbinding van de levende delen van de hoef met de hoornschoen. Op ieder onderdeel van de hoef heeft de hoeflederhuid een andere vorm, functie en andere eigenschappen. Daarom heeft de lederhuid van de hoef op iedere plaats ook een specifieke naam (zoom-, kroon-, wand-, zool-, bal-, straal- en steunsellederhuid).

De hoeflederhuid kan hoorn produceren. De hoornproductie is echter op een bijzondere manier georganiseerd. Het grootste deel van de lederhuid dat aan de buitenzijde van het hoefbeen vastgehecht ligt (de wandlederhuid) maakt nooit hoorn. De gehele hoornwand wordt in de kroonrand geproduceerd door de zoom- en kroonlederhuid en dus niet door de wandlederhuid.

De wandlederhuid, het gedeelte van de hoeflederhuid dat stevig vast zit aan de buitenzijde bijna van het gehele hoefbeen, maakt maar over een heel klein gebied hoorn. Het grootste oppervlak van de wandlederhuid produceert geen hoorn maar bestaat uit lamellen van levend materiaal, de zogenaamde vleeslamellen of dermale lamellen. Deze verticaal georiënteerde lamellen passen precies tussen de hoornlamellen van de hoornschoen. Omdat deze vleeslamellen (in tegenstelling tot de hoornlamellen) bestaan uit levend weefsel met een goede doorbloeding kunnen ze ook ontstekingen krijgen. Een zeer bekende steriele ontsteking van de vleeslamellen is de zeer gevreesde hoefbevangenheid.

De wandlederhuid produceert alleen langs de buitenste onderrand van het hoefbeen hoorn. Het daar door de eindpapillen geproduceerde hoorn vult de ruimten tussen de hoornlamellen op die daarboven gevuld waren met het levende weefsel van de vleeslamellen. Dit hoorn, gevormd door de wandlederhuid van de onderste buitenrand van het hoefbeen, wordt een geheel met de hoornlamellen van de hoornwand. Dat geheel wordt de ‘witte lijn’ genoemd .

Auteur: Floor Bernard | Illustraties: Floor Bernard, Paardenpraktijk Utrecht

Paardenarts.nl - uitgelicht artikel Test om PPID bij paarden op te sporen_sp6