Paardenarts
Zoek op aandoening of onderwerp
Leestijd: 5 minuten

Veel mensen zijn gewend hun paarden volgens een vast schema te ontwormen. Deze manier werkt echter resistentie oftewel ongevoeligheid voor ontwormingsmiddelen in de hand. Veel beter is het paarden te ontwormen op basis van mestonderzoek. Dan worden alleen de paarden ontwormd die daadwerkelijk een te hoge eiuitscheiding hebben. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat 80% van de paarden onnodig ontwormd wordt.

Wat is mestonderzoek?

Bij een mestonderzoek wordt de mest onderzocht op de aanwezigheid van wormeitjes. Er wordt gekeken naar welke soort eitjes en in welke hoeveelheid ze worden uitgescheiden. Dit wordt uitgedrukt in EPG (aantal wormeitjes per gram mest). Bij een EPG lager dan 200 is ontwormen meestal niet nodig. Er bevinden zich dan weinig ei uitscheidende wormen in de darmen. Bij een EPG tussen de 200 en 500 zal afhankelijk van de situatie wel of niet een behandeling worden geadviseerd en bij een EPG groter dan 500 is er sprake van een wormbesmetting die behandeld moet worden.

 

Mestonderzoek is het belangrijkste in het voorjaar en in de zomer. In het najaar en in de winter kan mestonderzoek een vals negatieve uitslag geven omdat sommige wormen dan in winterslaap zijn en geen eieren uitscheiden. Een negatief mestonderzoek in het najaar of in de winter betekent dus niet dat een paard geen wormbesmetting heeft, maar alleen dat de aanwezige wormen geen eieren uitscheiden.

Waarom mestonderzoek?

In de levenscyclus van de worm speelt de wei een belangrijke rol. Paarden die besmet zijn met wormen scheiden met de mest wormeitjes uit die na een tijdje als larven met het gras weer worden opgenomen. Mestonderzoek wordt gedaan om ervoor te zorgen dat de weidebesmetting laag blijft door de uitscheiding van eitjes laag te houden.

Afb. 1

Zorg voor een goed weidemanagement

Om de levenscyclus van de worm te doorbreken is gericht ontwormen en een goed weidebeleid enorm belangrijk. Houd de weidebesmetting laag:

  • verwijder minstens twee keer per week de mest uit de weide;
  • laat de paarden slechts twee à drie weken op hetzelfde stuk grazen, waarna je ze omweid;
  • laat een andere diersoort, zoals bijvoorbeeld schapen, op het ‘oude’ stuk grazen;
  • of kies ervoor het land te maaien;
  • zorg dat er vóór het omweiden een mestonderzoek gedaan is en dat er, indien nodig, ontwormd is. Dan komen er zo min mogelijk eieren op de schone wei terecht.

Hoe en wanneer mestonderzoek?

Het is verstandig om bij paarden ouder dan drie jaar twee tot drie keer per jaar mestonderzoek te doen (maart, juni, september) en ze één keer per jaar, in het najaar (oktober/november), standaard te ontwormen met een middel dat ook tegen lintwormen werkt.

Het beste is om van alle dieren apart een mestonderzoek te doen. De eiuitscheiding per paard verschilt namelijk sterk. Dit wordt onder andere bepaald door de weerstand die het paard in zijn leven tegen wormen heeft opgebouwd. Via mengmonsters is niet duidelijk aan te tonen welk dier in een groep de hoge eiuitscheiding heeft en worden veel paarden onnodig ontwormt.

Bij een mestonderzoek is het belangrijk om verse mest te gebruiken. De mest mag niet in contact zijn geweest met de bodem. Een mestbal van bovenop de hoop is prima. Verpak de mest luchtdicht in een zakje met daarop de naam en leeftijd van het paard. Als de mest niet direct naar de dierenarts gebracht wordt, kan de mest in de koelkast bewaard worden.

Afb. 2

Foto’s v.l.n.r.: handje mest per paard duidelijk genummerd, er wordt precies 3 gram afgewogen, mest gemengd met zoutoplossing en telkamer gevuld met mest, onder de microscoop wordt het aantal en soort wormeieren bekeken.

Het beste is om van alle dieren apart een mestonderzoek te doen. De eiuitscheiding per paard verschilt namelijk sterk. Dit wordt onder andere bepaald door de weerstand die het paard in zijn leven tegen wormen heeft opgebouwd. Via mengmonsters is niet duidelijk aan te tonen welk dier in een groep de hoge eiuitscheiding heeft en worden veel paarden onnodig ontwormt.

Bij een mestonderzoek is het belangrijk om verse mest te gebruiken. De mest mag niet in contact zijn geweest met de bodem. Een mestbal van bovenop de hoop is prima. Verpak de mest luchtdicht in een zakje met daarop de naam en leeftijd van het paard. Als de mest niet direct naar de dierenarts gebracht wordt, kan de mest in de koelkast bewaard worden.

Video: Mestonderzoek

Bekijk de video over mestonderzoek

Minder vaak ontwormen door mestonderzoek

Wanneer bij alle paarden op een bedrijf of in een groep een mestonderzoek wordt gedaan, zal blijken dat slechts een deel van de dieren een teveel aan wormeitjes in de mest heeft en dus behandeld moet worden. Door driemaal per jaar een mestonderzoek te laten doen bij de paarden die ouder zijn dan drie jaar en een goed weidemanagement toe te passen, zullen de paarden veel minder vaak ontwormd hoeven te worden. De paarden krijgen dan dus minder gifstoffen binnen, de kans op het ontstaan van resistentie wordt kleiner en er worden kosten uitgespaard.

Jonge paarden

Het is verstandig bij jonge paarden (van drie jaar en jonger) regelmatiger mestonderzoek te doen en/of wel volgens een vast schema te ontwormen omdat zij door hun beperkte weerstand meer kans hebben op problemen ten gevolge van wormen.

Veulens

Het is erg belangrijk dat veulens ook voor spoelwormen behandeld worden met pyrantel (werkzame stof) omdat er resistentie is van de spoelwormen tegen de gangbare wormmiddelen. Wees er echter alert op dat niet elk middel geschikt is voor veulens. Voor het ontwormen van veulens kun je dan ook het best via je dierenarts een ontwormschema opvragen.

Drachtige merries

Ook voor het ontwormen van drachtige merries is het goed de dierenarts om advies te vragen. Zij moeten één tot twee weken voor de geboorte van het veulen ontwormd worden met ivermectine. Dit is niet bedoeld voor de merrie zelf, maar voor het pasgeboren veulen. Zorg daarnaast dat de gehele stal uitgemest en goed schoongemaakt wordt voor de geboorte.

Resistentie tegen ontwormingsmiddelen

Het komt steeds vaker voor dat wormen niet meer gevoelig zijn voor bepaalde ontwormingsmiddelen. Om erachter te komen of een met wormen besmet paard resistent is tegen een bepaald middel, kan na een behandeling een tweede mestonderzoek gedaan worden. Dit monster zou dan negatief moeten zijn. Is dat niet het geval, dan kan het zijn dat de women resistent zijn tegen het gebruikte middel.

Samen moeten we ervoor zorgen dat er zo min mogelijk resistentie ontstaat. De problemen zijn niet te overzien als de resistentie steeds verder uitbreidt. Er zullen veel, vooral jonge, paarden overlijden aan de gevolgen van een ernstige worminfectie. Resistentie is het beste in de hand te houden door op het juiste tijdstip met het juiste middel te ontwormen. Dit is de reden dat ontwormingsmiddelen niet meer vrij verkrijgbaar zijn en je dierenarts mestonderzoek aanraadt voordat je je paard ontwormt.

Voor verdere vragen over het ontwormen of het doen van een mestonderzoek kun je altijd terecht bij je dierenarts.

 

Auteur: Iris van Gulik | Tekst in samenwerking met Dinette Neuteboom